· Ik heb een zeer uitgebreide
bibliotheek – ‘boekenkast’ is een woord dat mijn verzameling boeken oneer
aandoet.
· Daarin vind je:
o
Vlaamse literatuur;
o
Nederlandse literatuur;
o
Engelse literatuur;
o
thrillers;
o
romans;
o
geschiedkundige boeken;
o
schelmenromans;
o
naslagwerken over geheime
diensten en dito operaties.
Wat herinner je je als je eerste boek ooit wat je las?
· Het eerste boek dat ik me
herinner is De Aristokatten in 1970.
Ik was toen 8 jaar. Wat ik me niet meer herinner, is of ik eerst de film zag en
daarna het boek in handen kreeg of omgekeerd.
Ik herinner me echter wel de oude bioscoop in het kleine provinciestadje waar ik woonde en waar ik naar de film ging kijken met mijn ouders.
Er waren op dat moment drie bioscopen in de stad en het was een behoorlijk indrukwekkende ervaring voor me, met een strenge dame die toezicht hield in de donkere zaal… met haar zaklamp.
Ik herinner me echter wel de oude bioscoop in het kleine provinciestadje waar ik woonde en waar ik naar de film ging kijken met mijn ouders.
Er waren op dat moment drie bioscopen in de stad en het was een behoorlijk indrukwekkende ervaring voor me, met een strenge dame die toezicht hield in de donkere zaal… met haar zaklamp.
Ik ben een grote fan van Craig
Strete. Voor mij is hij een van de grootste hedendaagse schrijvers. Hij
schrijft over dingen die deel uitmaken van mijn leven. Jim Morrison, een wilde
jeugd en de zoektocht naar het einde van de nacht, breken met tradities, omgaan
met andere generaties, de fascinatie voor de aarde…
Eén van mijn favoriete boeken van
hem is Twee spionnen in het huis der
liefde.“We zijn
allemáál op reis naar het einde van de nacht” – luidt een uitspraak van de
legendarische dichter-zanger Jim Morrison. In Twee spionnen in het huis van de
liefde beschrijft Craig Strete een korte maar uiterst roerige periode uit
beider reisverhaal – het stuk dat zij samen hebben afgelegd. Zomer 1965. De één is een vijftienjarige, opgejaagde, Indiaanse weesjongen; de ander
een charismatische figuur op weg naar wereldfaam. De wereld waarin zij elkaar
treffen: het meedogenloze rock-'n-roll-milieu van Venice (L.A.), waar seks,
drugs, geweld en dood het dagelijkse leven bepalen en het zoeken naar kicks
waanzinnige vormen heeft aangenomen. Het boek is een authentieke rock-'n-roll-roman.
Een ander favoriet boek is De roep van Stormbrenger. Het is een
onvervalste, spannende avonturenroman rond twee door het leven getekende
Indianen. De één, John Kills Bear, is een Vietnam-veteraan die het waagde de
tradities van zijn ouders en zijn volk te schenden door te jagen op gewijde
grond. De ander, David Iron Shield, als wees in een blank gezin opgegroeid,
laat zich door een mooie, blanke vrouw misbruiken om waardevol Indiaans land in
handen te geven van het grootkapitaal. Hun levens zullen elkaar kruisen op
Stormbrenger, de heilige berg die in de mythische gedaante van een zwarte poema
strijdt voor een plaats in een wereld van vergeten legenden.
Wat voor lezer ben je: mogen er ezelsoren of moet de rug van
het boek ongeschonden bijvoorbeeld?
Een boek mag een leven leiden.
Dit wil zeggen dat je mag zien dat het gelezen wordt of is geweest, dat het
door handen is gegaan. Maar het moet altijd met respect behandeld worden. Ik
vind het niet erg dat de rug van een boek kreuken heeft door het openvouwen. Ik
vind het niet erg dat de randen van een boek sporen van gebruik vertonen, maar
gebruik is iets anders dan misbruik.
Een goed boek mag geraakt worden door de tand des tijds. Het is zoals een persoon die ouder wordt en een paar rimpels krijgt. De vouwen in het boek tonen het karakter ervan en dat is net boeiend.
Een goed boek mag geraakt worden door de tand des tijds. Het is zoals een persoon die ouder wordt en een paar rimpels krijgt. De vouwen in het boek tonen het karakter ervan en dat is net boeiend.
Heb je een gelezen boek van de laatste tijd als tip?
Ik ben De Jefferson Code van Steve Berry aan het lezen. Bijzonder goed.
Ik wil graag The Vandiesel
Company als tip meegeven. Ik ben bezig met het schrijven van een reeks
ongelooflijk boeiende thrillers, waarbij een internationale club de misdaad
bestrijdt doorheen Europa, Amerika en tal van andere landen.
Algemeen
Ik hou van boeken die goed geschreven zijn,
boeken waarin je de passie van de auteur kan voelen, alleen al wanneer je het
boek vastpakt.
Mijn boekenkast is niet zomaar een kast,
maar een hele bibliotheek die door de jaren heen zeer grote proporties heeft
aangenomen. Daarom heb ik ervoor gekozen om bij de voorstelling van mijn
boekenkast een aantal representatieve boeken te laten ‘zweven’ doorheen tijd en
ruimte. Hierbij dan ook meteen mijn excuses aan alle auteurs en boeken die niet
aangehaald worden, maar dat is nu eenmaal het gevolg van keuzes maken.
Thrillers
Ik hou van spannende boeken die me helemaal
opslokken en meenemen op een genadeloos maar boeiend ritme.
Mijn favoriete thrillerauteurs
zijn Clive Cussler en Steve Berry. Clive Cussler is 84 en heeft 23 ‘Dirk Pitt’
boeken geschreven. Het zijn stuk voor stuk boeiende avonturen die zich
grotendeels op, boven of onder de oceaan afspelen. Steve Berry heeft een leuke
mix van avontuur en mysterie.
Dan Brown en Tom Clancy
behoeven geen verdere toelichting.
De dag na morgen van Alan Folsom is een
boek dat me van bij de eerste letter heeft opgeslokt en dat ik nooit zal
vergeten. Eenieder die zich durft te verliezen in een boek en dan opgelucht wil
ademen (omdat het fictie is) als hij of zij opkijkt, moet dit boek lezen. Meer verklap
ik niet.
Literatuur
met een grote ‘L’
In de middelbare school deed ik
het goed voor de vakken Nederlands, Frans en Engels. Het was 1979 toen wij met
lange haren, tot op de draad versleten jeans en vooral weinig zin om actief deel
te nemen aan de lessen het regelmatig bont maakten in het strenge college. Ik las echter
graag en verdiepte me in de Vlaamse en Nederlandse literatuur. Zo las ik de
boeken van Ward Ruyslinck, Hubert Lampo, Jef Geeraerts, Maurice Gilliams, Robin
Hannelore en Clem Schouwenaars, maar ook van Jan Cremer, Maarten ’t Hart,
Willem Frederik Hermans en Gerard Reve.
Zo gebeurde het een keer op een vrijdagnamiddag dat ik het nogal bont maakte aan het begin van de les Nederlands en de leraar joeg me de klas uit. Ik stond in de gang bij de deur gekke bekken te trekken en zag hoe de leraar het boek De Avonden van Gerard Reve uit zijn boekentas haalde. Ik hoorde dat hij vroeg wie dit boek kende. Hij waagde het niet te vragen wie dat boek al gelezen had. Niemand reageerde. Het was muisstil. Omdat ik nogal fel gesticuleerde, opende de leraar de deur en vroeg of ik iets wilde vertellen over dat boek. Indien dit niet het geval zou zijn, dan zou ik met een flink pak strafwerk naar huis gaan. Daarop gaf ik een spontane spreekbeurt over het boek. De leraar had achteraan in de klas plaatsgenomen en ademloos toegekeken en geluisterd. Toen ik uitgepraat was, stond hij op en kwam naar voren.“Meneer Vanderlinden,” zei hij, “dat heb jij prima gedaan. Ik ben werkelijk met verstomming geslagen. Dit had ik niet verwacht.”Heel even had ik een moment van glorie.“Schrijf me dat tegen maandag maar eens uit. Omdat je dit zo goed hebt gedaan, mag je je beperken tot vier bladzijden.”“Maar waarom?” vroeg ik. Ik wilde argumenteren dat ik de enige van de klas was die dat boek gelezen had en er ook nog iets van had begrepen en onthouden.“Dat is dan voor al de andere keren dat je de aanstoker was van de klas en dat je ermee bent weggekomen zonder straf.”Ik ben die grijns op zijn gezicht nooit vergeten en heb het hem nog steeds niet vergeven.
Zo gebeurde het een keer op een vrijdagnamiddag dat ik het nogal bont maakte aan het begin van de les Nederlands en de leraar joeg me de klas uit. Ik stond in de gang bij de deur gekke bekken te trekken en zag hoe de leraar het boek De Avonden van Gerard Reve uit zijn boekentas haalde. Ik hoorde dat hij vroeg wie dit boek kende. Hij waagde het niet te vragen wie dat boek al gelezen had. Niemand reageerde. Het was muisstil. Omdat ik nogal fel gesticuleerde, opende de leraar de deur en vroeg of ik iets wilde vertellen over dat boek. Indien dit niet het geval zou zijn, dan zou ik met een flink pak strafwerk naar huis gaan. Daarop gaf ik een spontane spreekbeurt over het boek. De leraar had achteraan in de klas plaatsgenomen en ademloos toegekeken en geluisterd. Toen ik uitgepraat was, stond hij op en kwam naar voren.“Meneer Vanderlinden,” zei hij, “dat heb jij prima gedaan. Ik ben werkelijk met verstomming geslagen. Dit had ik niet verwacht.”Heel even had ik een moment van glorie.“Schrijf me dat tegen maandag maar eens uit. Omdat je dit zo goed hebt gedaan, mag je je beperken tot vier bladzijden.”“Maar waarom?” vroeg ik. Ik wilde argumenteren dat ik de enige van de klas was die dat boek gelezen had en er ook nog iets van had begrepen en onthouden.“Dat is dan voor al de andere keren dat je de aanstoker was van de klas en dat je ermee bent weggekomen zonder straf.”Ik ben die grijns op zijn gezicht nooit vergeten en heb het hem nog steeds niet vergeven.
Verder wil ik het kort even hebben over Clem Schouwenaars, een geniale auteur. Velen interpreteerden zijn boeken als autobiografisch, terwijl hij dat ontkende. De twee boeken geven, elk vanuit een ik-figuur, een beschrijving van een weekend uit het leven van een echtpaar dat 30 jaar getrouwd is. Via herinneringen komt de lezer meer te weten over hun verleden. Hoewel in beide boeken dezelfde gebeurtenissen soms bijna letterlijk hetzelfde worden beschreven, maakt het verschillende gezichtspunt beide boeken verrassend anders. De boeken Oktober zijn geniaal. Ze geven de lezer een bijzonder boeiend inzicht over de verschillen en overeenkomsten tussen mannen en vrouwen.De reiziger van Clem Schouwenaars is het relaas van een oudere man die een relatie heeft met een jongere vrouw en in een identiteitscrisis geraakt. Ik las dit boek in 1987 (toen het uitgebracht werd) en was toen 25. Nu ben ik net 1 jaar ouder dan het personage in het boek en ben van plan om dat boek eens te herlezen… misschien moet ik me ook een paar dagen terugtrekken in een desolaat gebied…
Hij die zijn geschiedenis niet kent, heeft
geen toekomst.
Het is belangrijk om te weten wat er in het
verleden is gebeurd en waarom bepaalde dingen vandaag zijn wat ze zijn. Ik hou
van geschiedenis in de brede zin van het woord en lees daarom ook veel boeken
en artikels in die sfeer.
Vandaag is er een ruim aanbod aan
tijdschriften gespecialiseerd in geschiedenis en historie die boeiende
informatie brengen.
Schelmenroman
De schelmenroman ontstond in Spanje in de
zestiende eeuw. Ik kwam ermee in aanraking tijdens het eerste jaar
literatuurstudie aan de universiteit.
De rebelse kant van mijn karakter kon dit
genre wel smaken. Lazarillo de Tormes
uit 1554 stond op de lijst van verplicht te lezen werken en jaren later kreeg ik
Zorro (Isabel Allende) van mijn vrouw
cadeau.
In het anonieme Lazarillo de Tormes is de
hoofdfiguur, de kleine Lázaro, een prototypische antiheld, vergelijkbaar met Don
Quichote. Hij is noch zeer moedig, noch bijzonder goedhartig, maar vertelt met
veel ironie over zijn lotgevallen als dienaar van diverse meesters. Op die
manier legt hij de hypocrisie en kleingeestigheid van de belangrijkste
bevolkingslagen bloot. Een bijzonder leuk boek dat nog steeds actueel is.
Andere
Er zijn heel veel boeken verschenen over
geheime diensten, spionnen die hun relaas doen en andere spectaculaire dingen.
Meestal zijn zulke boeken een samenraapsel van heel veel verzinsels en de
auteurs in kwestie mogen of kunnen niets zeggen over hun verleden omwille van
de ‘confidentialiteitsverklaring’ die ze lang geleden bij de desbetreffende
geheime dienst hebben ondertekend. Ik heb in mijn bibliotheek een hele reeks
van dit soort boeken en de meeste zet ik terug op de boekenplank na hooguit een
derde van het boek te hebben gelezen.
Maar er zijn toch een paar uitzonderingen
en het boek van Victor Ostrovsky is er zo één. Dit is een heel leuk boek dat ik
ademloos heb uitgelezen. Zelfs al zouden de verhalen niet waar zijn en de
acties grotendeels verzonnen, dan nog blijft het de moeite waard om te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten