De zoete geur in de keuken komt niet van de lamsbout die in de oven staat. Lisa snuift en draait haar hoofd naar het openstaande venster. Jasmijn Grandiflora. De weelderige klimstruik met de sterk ruikende, roomkleurige bloemetjes groeit als een bruidsluier om het raam van de keuken.

Na het avondeten loopt ze de tuin in met in haar ene hand een vers geslepen snoeischaar en in de andere een rieten mand. Ze knipt jasmijntakken af en propt ze net zolang in de mand tot het lijkt of hij in honderden rieten stukjes uiteen zal barsten.

Het hengsel van de zware mand kerft pijnlijk in haar hand, maar met rechte rug en opgeheven hoofd loopt Lisa terug naar het huis. Voor ze naar binnen gaat, draait ze zich nog even om. De zon zakt langzaam achter de met olijfbomen bezaaide heuvel. Een herder drijft zijn kudde naar de schaapskooi. De donkergroene cipressen die als reusachtige schildwachten het landschap domineren lijken inktzwart. Ze kijkt naar de wijnstokken in haar tuin. De ranken hebben kleine groene vruchtjes die aan erwtjes doen denken, maar aan het einde van de zomer buigen ze door onder hun lichtgouden, honingzoete schat. Wie denkt dat ze ooit deze plek en dit huis zal verlaten, is gek! Met kracht trekt ze de deur achter zich dicht. De luchtstroom laat het doek met TE KOOP aan de voorgevel wapperen.

De lucht die uit de oven komt, laat haar watertanden.
De kookwekker gaat en Lisa doet haar ovenhandschoenen aan. Het bruine flesje staat op het aanrechtblad. Leeg. Voorzichtig haalt ze de taartbodem uit de vorm en laat hem op een rooster afkoelen. Daarna besmeert ze hem met zachtgele crème waarop ze schijfjes aardbei en kiwi legt. Een blik op de klok laat haar weten dat ze nog een kwartiertje heeft, Cesare verwacht haar. Al wekenlang gaat ze zaterdag om klokslag elf uur ’s ochtends bij haar huisbaas op bezoek.
In de badkamer wast ze haar gezicht en de deegklonters van haar onderarmen. Ze hoeft alleen nog maar een kam door haar haren te halen, Cesare houdt niet van
opgedirkte vrouwen. Uit de kast trekt ze de strakste jurk die ze heeft. Als ze hem aan heeft, controleert ze haar verschijning in de spiegel. Het ziet er geloofwaardig uit.
Cesare staat al voor zijn deur te wachten als ze met haar rieten mand in haar hand de heuvel afloopt. Een korte blaf van Bruno die overgaat in heftig kwispelen geeft aan dat ook hij blij is haar te zien. Voor ze naar binnen gaat, stopt ze hem zoals gewoonlijk het hondenkoekje toe dat ze speciaal voor hem gebakken heeft.
In de keuken heeft Cesare al alles klaargezet. De theepot wordt warm gehouden op het theelicht en op de donkere houten tafel staat aan weerszijden een bordje met een gebaksvorkje ernaast. De schoenendoos met eieren is voor Lisa. Een goede buur verricht graag een wederdienst.
Voorzichtig tilt ze het gebak uit de mand. Cesare staat vlak achter haar mee te kijken. Ze hoort hem zijn speeksel wegslikken. Snel gaat hij aan tafel zitten. Zijn ogen laten de taart niet los als zij een groot stuk voor hem afsnijdt en het voor hem neerzet. Cesares vorkje glijdt langzaam door de rijke zachtgele crème. Hij neemt een hap en zucht. Zijn ogen sluiten zich. Als hij ze weer opendoet, kijkt hij glazig. Alsof hij net lang en diep geslapen heeft.
Lisa pakt de krant en gaat tegenover hem zitten. De heer des huizes zal voorlopig niet aanspreekbaar zijn.
Bij het tweede stuk taart lijkt hij weer bij zinnen te komen.
‘Wil jij niet?’ vraagt hij voordat hij zijn vorkje in zijn mond steekt. Zijn ogen draaien weg. Ze is even bang dat hij van zijn stoel zal rollen. Als hij haar weer aankijkt, laat ze haar handen over haar taille in de strak zittende jurk glijden.
‘Liever niet.’ Ze geeft hem een knipoog.
‘Is er trouwens al een koper voor het huis?’ informeert ze terwijl ze aandachtig een bladzijde van de krant omslaat.
‘Nwee’, zegt hij met volle mond. Er valt een kloddertje vulling van zijn onderlip.
‘Dat is beter voor jou, hè Cesare? Waar vind je zo’n buurvrouw als ik. Die zo…’
‘Lekker ruikt’, vult hij aan.
Koket strijkt ze een haarlok van haar voorhoofd.
‘Dank je. Dat je dat opmerkt…’
‘Cara Lisetta, zo gauw jij je voordeur dichttrekt op zaterdagochtend, krult mijn neus van gespannen verwachting.’
‘Thee, Cesare?’
Ze houdt hem de theepot voor, maar hij antwoordt niet.
‘Je taarten worden met de week lekkerder, Lisetta.’ In verrukking draait hij zijn gebaksvorkje een paar keer rond voor hij het opnieuw in de gele crème zet. ‘Magisch lekker gewoon.’

In de keuken, haar keuken zet ze de mand neer en schenkt zichzelf een glas spumante in. Ze loopt naar de kamer. Vanuit een zilveren fotolijst kijkt een paar donkerbruine ogen haar aan. Plechtig heft ze haar glas.
‘Proost mama. Je zou trots op me zijn.’
Ze trekt een la open en haalt er een zwaar in leer gebonden boek uit. Op de voorkant staat in goud-op-snee Magicae omnium temporum. Als ze het boek openslaat leest ze
de opdracht: “Voor Lisa. Gebruik deze kennis met wijsheid en alleen in noodgevallen.”
In zwierige letters staat eronder gekalligrafeerd: “Je moeder”.
.jpg)
Mmmm, lekker lugubere personage, die Lisa. Zou ik best meer van willen lezen.
BeantwoordenVerwijderen