Moord in het Wilde Westen
Zin in het verhaal van een goed
uitgekiende misdaad? Keer mee terug naar het jaar des heren 1873 en koop een
ticket voor de première die zal doorgaan in Jefferson’s Creek nieuwste
toneelzaal.
Van bij het begin eist Laura Moran,
16 jaar, de rol van verteller op. Goud, verraad, moord en een geest die haar opjaagt:
ze belooft te vertellen wat er gebeurd is. Hopelijk voor het te laat is want ze
gaat misschien sterven. De interesse is meteen gewekt.
Het verhaal maakt regelmatig
sprongen in de tijd, maar alle gebeurtenissen zijn gelinkt of in het verleden
of in het heden aan de opvoering van een voorstelling door het rondtrekkend
toneelgezelschap van Henry Rutherford.
Tijdens de proloog, drie weken na de
opvoering, wordt een brandstichter opgeknoopt. Wie is hij en is de veroordeelde
schuldig aan wat hem ten laste wordt gelegd? Een kind dat niet normaal is duikt
al een eerste keer op. Mysterieus.
De sfeer van het Wilde Westen, de
saloon en de opvoeringen in die tijd wordt onmiddellijk goed gevat. Het is in
de woestijnachtige streek bloedheet en dat er wat broeit onder de leden van de disfunctionele
familie die de toneelgroep is, kan niet genegeerd worden. Julian, Trebaldi,
Ralph, Milton, Emily, Ellis, Elijah, wat hebben ze op hun kerfstok dat ernstig genoeg
is om op de vlucht te slaan? Vertelster Laura, ‘ik’, is letterlijk en
figuurlijk het buitenbeentje. De personages zijn acteurs dus het is zaak te
weten wanneer ze een rol spelen en wanneer niet. “Wat je ziet, is niet wat het
lijkt.” (p. 60) Sheriff Burgiss die jacht maakt op Grandal is de outlaws’ – ja!
Inderdaad, de leden van de toneelgroep pleegden zware feiten!- eigenste zwaard
van Damocles. En waarom zou de sheriff speciaal voor Laura komen?
Dat het gezelschap zo vlug als
mogelijk na de toneelopvoering Jefferson’s Creek moet verlaten geeft een
bepaalde gejaagdheid aan de gebeurtenissen waardoor het leestempo automatisch
wordt opgedreven. Dat ze binnenkort afspraak hebben met hun einde doet daar nog
een schepje bovenop. Korte hoofdstukken doen de rest.
Er valt een eerste dode, een tweede,
… . Er gebeuren dingen die niet kunnen. En toch.
Een goed uitgekiend plan wordt ontvouwd en
het blijft goed spannend tot op het einde van het boek. Achttien bedrijven – veel, zeg je – maar het boek heb je
zo uit. De sfeer zit meteen goed: je bent in het Wilde Westen en puft mee onder
de verzengende hitte. De beschrijvingen prikkelen de verbeeldingskracht en voor
je het weet zit je zelf met je voeten in het zaagsel in de toneelruimte van de
saloon. De auteur is niet over één nacht ijs gegaan: het plaatje klopt!
Dus, heb je zin in een goed
opgebouwd verhaal dat zich in een andere tijd en een ietwat ander decor
afspeelt, begeef je dan naar het Wilde Westen anno 1873. Tip: zoek een plaatsje
dicht bij de uitgang van de saloon: het belooft bloedheet te worden.
4 kraaien
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten