Voor het leven verminkt
‘Paternoster’ is de tweede thriller
met in de hoofdrol Anne Verelst en heeft ook nu als uitvalsbasis de
politietoren aan de Oudaan in Antwerpen.
De lezers die eerst ‘Zeven’
lazen/lezen moeten wel even schakelen. De feiten in ‘Paternoster’ spelen vóór
de gebeurtenissen in ‘Zeven’. De moeder van Anne is in ‘Paternoster’ reeds vergeetachtig
maar woont nog thuis; Anne zit nog niet in een moeilijke werkrelatie met
commissaris Langen maar werkt vooralsnog samen met hoofdcommissaris Martens met
wie ze stukken beter kan opschieten; John werkt vanop het bureau, zijn
zorgrelatie met zijn vriendin komt niet ter sprake; Marie staat aan het begin
van haar carrière in het team van Anne.
Alle aandacht van het team wordt nu
opgeëist door moorden her en der in het land op pastoors in dienst van de
katholieke kerk. Elk ‘slachtoffer’ wordt op dezelfde gruwelijke en symbolische
manier afgemaakt. Een paternoster – rozenkrans voor de Nederlandse lezer –
krijgt een prominente plaats op de moordscène.
Annes team is in staat van alarm. Alle
krachten worden gebundeld om de gruwelijke moordenaar te stoppen. Helaas, hij
is hen telkens een stap voor. Ondertussen rijst binnen het team nog een ander
probleem: wat indien persoonlijke issues de objectiviteit die politiemensen
hoog in het vaandel dienen te dragen ondermijnen en de speurders onder de
invloed raken van de dader?
De auteur richt de schijnwerper vooral op
Jean Martens, de dader en Anne. Vanuit de vertelstandpunten van de drie
hoofdpersonages en door middel van flashbacks krijgt de lezer een steeds meer
gedetailleerd beeld van het verleden van zowel de dader als Martens. Het
misbruik dat het leven van zoveel slachtoffers tot een hel maakte wordt op
plastische wijze in beeld gebracht alsook de onherroepelijke levenslange schade
die daarvan het gevolg is. Anne balanceert voortdurend tussen loyauteit en
plicht.
Korte hoofdstukken en de wetenschap
dat de tijd dringt brengen snelheid in de plot en wakkeren de nervositeit aan. Het
boek leest vlot; de klemtoon ligt op de acties en de psychologie die erachter
zit. Dat de identiteit van de dader na 1 derde van het verhaal al gekend is
vormt dus geen bezwaar: vanaf dan daalt de auteur diep af in de ziel van de
seriemoordenaar.
Het taalgebruik is heel basic,
vooral waar het de dialogen en bindteksten betreft. De vele herhalingen van
dezelfde woorden (opschrikken als iemand iets zegt of vraagt, koude slokken
koffie, kilte in de ogen en in de stem, …) en handelingen (zoals staren naar de
gaten in het plafond, personages die nooit iets van de eerste keer lijken te
horen, …) alsook de repetitie van dezelfde scènes in de onderzoekskamer beknibbelen
op het leesplezier.
‘Paternoster’ van Luc Vos brengt een
delicaat thema onder de aandacht. Hoe gruwelijk de wraak van de dader ook is,
de focus gaat vooral naar hoe misbruik binnen de katholieke kerk jonge mensen
voor het leven heeft verminkt, ja zelfs kapot gemaakt, waardoor ze veroordeeld
werden tot levenslange eenzaamheid en niet meer in staat waren tot het hebben
van normale menselijke relaties.
3.5 kraaien
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten