Wanneer de pin uit de granaat is
In Parijs wordt Roxane Montchrestien door
haar overste Sorbier overgeplaatst naar het BANC oftewel het Bureau voor
Onconventionele zaken. Lees: ze wordt op
een zijspoor gezet. Vrijwel onmiddellijk
trekt een vreemde zaak haar aandacht: een amnestische jonge vrouw werd door de
rivierpolitie naakt uit de Seine opgevist.
Officieel droeg ze enkel een polshorloge; de tatoeage en een armband
werden verzwegen of gemist. Ze vroeg
naar Marc Batailley. Bij haar
overbrenging naar een psychiatrische kliniek raakte de vrouw kwijt. Onderzoek van haar DNA onthult een match met
Milena Bergman, een beroemde pianiste.
Alleen … Milena Bergman kwam een jaar eerder om bij een vliegtuigcrash! Op haar nieuwe post vervangt Roxane collega
Batailley die out is door een val van de trap en die, naar wat later blijkt,
bezig was met een onderzoek dat nu ook de aandacht heeft van Roxane.
Het plot beslaat een tijdspanne van 5 dagen. Met als uitvalsbasis haar nieuwe woonplek ‘het
kraaiennest van het schip’ doorkruist Roxane de straten en buurten van Parijs,
daarbij uitvoerig details delend over gebouwen, verkeerssituaties en
gebeurtenissen. Roxane heeft het
moeilijk met haar nieuwe werkelijkheid.
Ze is de weg kwijt en heeft een eerder pessimistische kijk op de
toestand in Parijs, het leven en haar toekomst. Overal in Frankrijk ligt de
politie onder vuur. Zo ook in
Parijs. Een echte nachtmerrie.
De politiediensten lijken een groot kafkaiaans
en bureaucratisch kluwen. De namen van
de verschillende afdelingen komen in veelvoud voorbij maar voegen echter niks
toe aan het verhaal. Een minpuntje, want
ze halen het leestempo naar omlaag.
Echter, ben je een Mussofan, dan lees je daar
overheen. Er zit zoveel moois in dit
verhaal! Musso is als een vis in het
water dat het literatuurlandschap voor hem is.
Het boek bevat ontelbaar poëtische zinnen. Roxanes gemoedstoestand correspondeert voor
de volle 100% met de woorden van een Franse dichteres. Verwijzingen naar een literaire episode van
‘Het onbekende meisje uit de Seine’ uit de 19de eeuw leert ons waar
Musso de mosterd haalde, net zoals andere literaire grootmeesters zoals Louis
Aragon en Albert Camus eerder deden.
‘Het meisje uit de Seine’ zit ingebet in cultuur en bulkt van de
intertextualiteit: zo begint elk hoofdstuk met een citaat uit een literair
werk.
Wanneer Raphaël Batailley, schrijver en zoon
van Marc, op het toneel verschijnt en de lezer zijn perspectief op de
gebeurtenissen in de ik-vorm geeft, begint het waas over de vreemde zaak beetje
bij beetje op te lossen. Niet vooraleer
een als sater verklede man de boel laat ontploffen. Met Dyonysus doet de mythologie haar intrede
in het plot. Roxane en Raphaël moeten
het opnemen tegen een wrede bloeddorstige en waanzinnige tegenspeler. Gebeurtenissen en ontdekkingen doen de zaak
steeds dieper in het duister wegzinken.
Het is niet voor het eerst dat Musso in zijn
boek een belangrijke rol reserveert voor een schrijver. In de ik-vorm levert dat hemzelf een grote
mate van deelname aan het intrige op. Hij
geniet zichtbaar al valt hij regelmatig ten prooi aan ‘verteldrift’. Kris kras door Parijs, brengt Musso zijn
personages tot leven in een intrige waar alles en iedereen nagenoeg altijd in
beweging zijn. Rapha heeft alles voor
zijn zusje geschreven. Voor wie zou
Guillaume Musso schrijven? ‘Het meisje
uit de Seine’ is een boeiend verhaal met een goed uitgedokterd plot.
4 kraaien
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten