Op de middelbare school moest ik voor een project de film ‘One flew over the Cuckoo’s nest’ kijken. Ja, die met Jack Nicholson, over de methoden in de psychiatrie in de jaren 50. De film maakte diepe indruk op me. Toen we tijdens een schoolkamp ook nog een psychiatrische instelling in Friesland bezochten (jaja, uitjes moesten blijkbaar ook een educatieve boodschap hebben in die tijd) was mijn interesse voor de psychiatrie gewekt. Niet dat ik er in mijn verder leven wat mee gedaan heb, ik volgde nog een blok ‘Kinderpsychiatrie’ op de universiteit maar dat was het dan ook. Maar de interesse is er altijd wel gebleven en toen ik zag dat deze thriller van Gauke Andriesse zich afspeelt rondom de psychiatrie in de jaren 60 wist ik meteen dat ik dit boek wilde lezen.
In een psychiatrische instelling in Maryland wordt één van
de artsen meer dood dan levend aangetroffen in zijn eigen operatiezaal. De arts
blijkt ernstig gemarteld te zijn. Er lijkt namelijk één van zijn zelf beproefde
methodes, een lobotomie, op hem uitgevoerd te zijn.
Rechercheur Leo Boorman wordt ingezet op deze zaak, maar al
snel volgt een tweede slachtoffer. De hoofdzuster van de instelling wordt dood
gevonden. Ook bij haar is een therapie die ze zelf toepaste op haar patiënten
haar fataal geworden.
Deze twee slachtoffers zijn de eerste in een reeks moorden
die het Baltimore Police Department in hun greep houden.
Boormans jacht op de seriemoordenaar wordt een race tegen de
klok waarbij hij niet alleen de wereld van de psychiatrie moet onderzoeken maar
waarbij hij ook stuit op enkele andere ernstige misstanden in de maatschappij.
Het verhaal begon voor mij veelbelovend. De eerste marteling
wordt in gruwelijke details omschreven, en daarmee wordt direct de nadruk
gelegd op de methodes binnen de psychiatrie in die tijd. We hoeven ook niet
lang te wachten tot de tweede marteling en moord plaatsvindt. De toon is meteen
gezet.
De tijdsgeest, met op de achtergrond de Vietnam-oorlog en
het sluimerende racisme in die tijd komt goed uit het verhaal naar voren.
Daardoor kwam het heel levensecht en geloofwaardig op mij over.
Rechercheur Boorman is een sympathiek personage met het hart
op de juiste plek. Zijn collega Harding, die gewond is geraakt en daardoor
afhankelijk is geworden van een rolstoel, vond ik ook een origineel detail.
Boorman geeft echter weinig van zijn emoties prijs. Af en
toe breek je daar even doorheen maar op mij kwam hij over als een uiterst
beheerst persoon waar ik weinig mee kon meeleven. Dat maakte ook dat dit
personage niet echt voor mij tot leven kwam en dat vond ik jammer.
Andriesse heeft een uiterst minutieuze en beschrijvende
manier van schrijven. Dit maakt dat de moorden en martelingen tot in zijn
gruwelijkste details worden beschreven. Maar dit maakte het voor mij in de rest
van het boek ook traag. Het is een vrij zakelijke manier van schrijven, met
heel veel details, maar op mij kwam het wel erg koel over. Ik vond het geregeld
wat langdradig, vooral bij het zoeken naar de moordenaar en er zat voor mij te
weinig echte spanningsopbouw in. Toen het op 3/4e van het boek ook
al duidelijk was wie de moordenaar is en dat er alleen nog maar gezocht hoefde
te worden naar bewijs, tja, toen was ik er eerlijk gezegd ook wel een beetje
klaar mee.
Het boek heeft zijn belofte naar mij dan ook niet echt
waargemaakt. Is het daarmee een slecht boek? Nee, Gauke Andriesse heeft de
achtergrond van de psychiatrie en de tijdsgeest van de jaren 60 uitstekend
uitgewerkt en daarmee vond ik het ook een interessante setting voor een
thriller. Boorman is een personage waar nog heel veel uit te halen valt, en
aangezien dit een eerste deel is rondom dit personage kan dit alleen nog maar beter
worden. Alleen vond ik het verhaal zelf weinig spannend en dat was, vooral na
de eerste marteling/moord, niet wat ik had verwacht. Het verhaal zit goed in
elkaar, alles klopt tot in de details, maar heeft me helaas niet op het puntje
van mijn stoel gebracht. En dat is toch wel een beetje wat ik van een thriller
verwacht.
3 kraaien
Jolanda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten