Dit is het 1e deel van een nieuwe reeks met het personage Eddie Feber als rechercheur.
De flap informatie verteld ons dat broer Aksel en zus
Ellinor liefdeloos zijn opgegroeid. Het heeft diepe sporen nagelaten en beiden
zijn op jonge leeftijd uit huis gegaan. Aksel heeft inmiddels een baan als
journalist bij een regionaal krantje maar zus Ellinor is minder gelukkig en heeft
haar heil gezocht in drugs en alcohol. In een oude boerderij in de buurt van
hun oude ouderlijk huis worden op zekere dag vier dode Poolse arbeiders
gevonden. Overleden in hun slaap door een gaslek. In een nabij gelegen woning
wordt enige tijd later het levenloze lichaam van een oude vrouw gevonden. Haar
huis is overhoop gehaald wat doet vermoeden dat het om een inbraak met fatale
gevolgen gaat. Aksel en Ellinor zijn echter blij met de dood van het oude mens.
Ik ben een groot fan van de boeken van Karin Fossum en heb
ze allemaal gelezen. Ik was dan ook zeer verheugd met de start van deze nieuwe
reeks en erg benieuwd naar de overeenkomsten van de bovenstaande
gebeurtenissen.
Aksel en Ellinor hebben samen een hechte band die zich al
vroeg smeedde door angst en de naargeestige sfeer in hun ouderlijk huis. Beiden
zijn zwaar beschadigd. Aksel heeft welliswaar werk maar voelt alleen maar jaloezie,
ongeloof en verbittering als hij naar zijn collega’s kijkt en de band ziet die
zij hebben met hun familie. Ellinor, die haar heil heeft gezocht in haar
verslavingen, gaat 2x per week naar een psycholoog en praat daar over haar
mateloze woede die ze voelt voor haar moeder. Ondertussen doorziet ze haarfijn
de oppervlakkigheid van haar psycholoog en zijn voorspelbare tactiekjes en
maakt hem daarmee onmachtig. Ze woont in een krotje en kan het leven niet echt
aan. Gelukkig komt broer Aksel haar heel vaak opzoeken, dan drinken ze thee en
praten ze over vroeger.
‘Ze had de waterketel op het vuur gezet. Stond te wachten
tot het water onrustig zou worden, zoals ze zelf ook onrustig was, een beweging
aan de oppervlakte die iets groters aankondigde, het zogenaamde kookpunt.’
Karin Fossum heeft een uiterst plezierige, boeiende en
makkelijk leesbare manier van schrijven. De uitgediepte personages in al haar
verhalen, en dus ook in dit verhaal, zijn getroebleerde mensen die tot leven
komen alsof je ze zelf kent. Ze schetst daarmee een wereld die zuiver en echt
overkomt en meestal heel herkenbaar is.
Zij weet de naargeestigheid en de uitzichtloosheid in dit verhaal zo
treffend en beeldend te omschrijven dat je het gemis diep voelt snijden. Geen
vrolijk boek dus, maar wel één die wonderlijk mooi is. Diepe zielen roerselen
wisselen prachtige omschrijvingen af en dat alles met een donker smeulend
vuurtje waarvan je weet, dit gaat ontploffen. Zoals zo vaak bij Scandinavische
thrillers moet je wel even geduld hebben. Het verhaal wordt uiterst langzaam
opgebouwd en stevent uiteindelijk gestaag naar een climax. Door het hele boek
voel je echter duidelijk de onderhuidse spanning broeien en langzaam toenemen.
‘Op dat moment voelde hij een enorme leegte. Wat op de stoel
naast hem zat, had evengoed een zak vuilnis kunnen zijn die in het milieupark
moest worden gedumpt, meer dan dat betekende ze niet voor hem. Maar de
vervloekte zak kon praten.’
Vooral een verhaal over mensenlevens waarbij het ineens mis
gaat. Dat kan zijn door een samenloop van omstandigheden, of door jarenlange
terreur, angst, wanhoop. Een echte Fossum dus, waarbij Eddie Feber pas op het
eind het donkere toneel betreed. En dat is goed want dit is niet het verhaal
van een gedegen politie onderzoek, maar het verhaal van het waarom. Prachtig in
al zijn narigheid.
5 volle Inktpotjes voor dit Noorse pareltje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten