zondag 3 april 2022

Interview met Benny Baudewyns

 


Benny Baudewyns is een Vlaamse schrijver met roots in het Brusselse.  Tegenwoordig woont en schrijft hij in Spanje, maar is hij ook nog regelmatig terug te vinden in onze contreien.

Met ‘De Emerson-Locomotief (2001) won hij in 2002 de Diamanten Kogel.  Ook sleepte hij een nominatie voor de Gouden Strop in de wacht.  Zijn thrillers ‘Hartenvreter’, ‘Het Tati-syndroom’ en ‘Mazzelaar’ oogsten stuk voor stuk succes bij de thrillerminnende lezer.

Eind 2021 verscheen ‘Moordgriet’.  Wat blijkt?  Nadat Ronny Tervaete zijn opwachting maakte in ‘De lijkenpikker’ en ‘Hartenvreter’ keert hij terug in ‘Moordgriet’.

Dag Benny!

• Je opdracht aan het adres van je partner Nicole valt op.  Zij is het die je weer aan het schrijven kreeg.  Had je er even genoeg van?

Een samenloop van omstandigheden. Er was me privé een en ander overkomen (een scheiding, dat is het enige wat ik hierover kwijt wil) en om de leegte op te vullen stortte ik me op een groots schrijfproject. Iets waar ik al een tijdje van droomde en waar ik het in mijn column op Thrillerlezers al uitvoerig over heb gehad: een vuistdikke klepper op Vlaanderen en Nederland loslaten.

Maar het liep niet zoals ik hoopte. Ik kreeg het verhaal niet goed en ik stopte halfweg. De fut was eruit. Toen kwam Nicole en zij is een hevig liefhebber van thrillers. Toen ze er een paar van me had gelezen, opperde ze dat ik niet het recht had om te stoppen met schrijven. Zoiets doe je je talent niet aan, haar woorden. Om haar te bewijzen dat ik het nog wel kon, heb ik Moordgriet gepend. Elke dag kreeg ze de voortgang te lezen en zag dat het goed was. Wat mij dan weer makkelijker naar de finish bracht.

 

• Is schrijven hard labeur?

In Brussel hebben ze een leuke uitdrukking om “ja” te zeggen: Ah non peut-être!

Dat is het dus: hard labeur. Ik werk zonder plan, dus als ik ’s ochtends aan het klavier ga zitten, weet ik niet eens of het überhaupt zal lukken. Of de schwung is er, maar het verhaal in mijn hoofd komt er niet uit. Of het is zo’n prachtig weer dat het zeetje roept. Er is altijd wel iets dat je moet overwinnen.

Een Nederlands schrijver, wiens naam me nu ontsnapt, zei ooit: Een schrijver is niet gelukkig als hij schrijft, hij is gelukkig als hij iets heeft geschreven. 

 

• Nog voor het boek van start gaat noem je toevallige overeenkomsten met bestaande personen onopzettelijk gewild.  De gelijkenissen liggen er vingerdik op.  Weet jij of die personen jouw boeken lezen?  Kreeg je reeds reacties?

Hoezeer ik had gehoopt dat er enige reactie zou komen (al was het maar om het boek wat meer ruchtbaarheid te geven), het bleef stil op alle fronten. Waarschijnlijk hebben de mensen over wie het gaat geen tijd om, ofwel te lezen, of verontwaardigd te zijn over wat ze lezen.

 


• In ‘Moordgriet’ ga je weer internationaal.  Jouw ‘handelsmerk’.  Andere nationaliteiten en landen inspireren de schrijver in jou?

Absoluut. Als mijn verhaal op reis vertrekt dan loopt het vaak lekker. Voorwaarde natuurlijk dat ik er ben geweest. Dat is niet altijd het geval, maar als ik er wel was dan sluipen er wel details in het verhaal die je niet in reisgidsen of op internet vindt.

 

 • Hou je van reizen?

Toch wel. Sinds corona is het allemaal wat minder, maar toch maak ik vele plannen. Voorlopig toer ik met de auto rond, maar verdere bestemmingen komen er zeker nog aan.

 

• Wat is jouw favoriete reisbestemming (al zullen velen van mening zijn dat je woonplaats in het zuiden van Spanje al een favoriete bestemming kan zijn)?

Een absolute bestemming heb ik niet. Ik ontdek graag nieuwe contreien, als het er maar lekker warm is en er lekker eten is. Spanje komt aardig in de buurt van favoriete bestemming, al vind ik de winters (van januari tot april) nog wat te koel en te nat. Terwijl ik deze vragen beantwoord, stroomt de regen over het terras en moet de verwarming aan.

 

• Waarom ga je deze keer richting Afrika ?  (In je opdracht verwijs je naar een vriend?)

Door omstandigheden ben ik in het verleden een zestal keren naar Senegal geweest. Hierdoor heb ik er toch wat meer van het dagelijkse leven van de Senegalezen gezien dan de doorsnee toerist. Zo heb ik ook de echte Fari Sow leren kennen, de vriend uit de opdracht. Hij komt in het boek dus onder zijn echte naam voor, heeft het beroep wat in het boek wordt beschreven en is de echte behulpzame en bijwijlen filosofische goedzak zoals in het boek.

Toen ik Nicole wou bewijzen dat ik nog kon schrijven, was mijn eerste gedachte: wat heb ik nou nog niet gedaan in mijn thrillers? Ik besefte dat ik nog nooit over Senegal had gerept in een boek van me. De keuze was snel gemaakt. Het heeft me wel bloed, zweet en bijna tranen gekost om mijn verhaal, dat in België vorm krijgt, naar Senegal te verhuizen.

 

• ‘Afrika bleef me verbazen.’, zegt Ronny.  Heb jij dat ook?  Wat verbaast jou aan Afrika?  Zou je ooit overwegen om daar te gaan wonen?

Dit is zo een van de leuke details die in een verhaal kunnen sluipen als je echt op de bestemming bent geweest. Senegal, en bij uitbreiding Afrika, blijft verbazen omwille van de enorme veerkracht van de bevolking. Nooit heb ik mensen gezien die zo goed met pech en tegenslag om kunnen gaan en die problemen met zo’n vindingrijkheid en glimlach kunnen oplossen.

Er gaan wonen is een stap te ver voor me. Hoezeer ik ook van het land en zijn bewoners houd, ik zou te ver uit mijn comfortzone zijn. Dat bedoel ik letterlijk: het leven is er hard en ik heb het graag wat makkelijk rond me.

 

• In ‘Moordgriet’ duikt Ronny Tervaete opnieuw op.  Waarom nu?

Dat was een ingeving van het moment. Ik was in Burgos, Noord-Spanje, en op het plein voor de kathedraal stond een toeristentreintje te wachten op klanten. Op dat moment moest ik nog aan het verhaal beginnen. Het broeide in mijn hoofd en plots zag ik de bestuurder van het treintje: een triest kijkende man, die duidelijk niet aanwezig was toen de arbeidsvreugde werd uitgedeeld. Waarschijnlijk een man met een boel problemen. Ik dacht opeens aan mijn pechvogel Tervaete uit Lijkenpikker en Hartenvreter en het idee werd geboren. Wat zou er van hem zijn geworden na zijn hachelijk avontuur in Brussel? Wat als hij nu eens met zo’n verdomd treintje zou rijden in Durbuy? Meer heb ik niet nodig om aan het werk te gaan…

 

• Met een toeristentreintje rijden, is dat iets wat je jezelf ook nog zou zien doen?

Nee hoor. Het was leuk om erover te fantaseren, maar daar blijft het bij.

 

• Ronny Tervaete is de ‘ik’-persoon in het boek.  Heb ik het juist dat er tussen Ronny en jou gelijkenissen zijn?

Die zijn er, al beschouw ik mezelf niet als een pechvogel. Integendeel zelfs. Ik heb leuke mensen om me en woon op een prachtige plek. Tervaete was in een ver verleden uitvaartondernemer zoals ik, hij heeft een scheiding achter de rug zoals ik en hij heeft een zeker gevoel voor humor zoals ik. Maar er zijn ook verschillen. Ik denk dat hij een grotere mond heeft, dat hij minder panikeert in penibele situaties en dat hij minder onderdanig is en al eens de loop neemt met de wet.

 

• Het sterrenrestaurant Le Cerf des Ardennes speelt een niet onbelangrijke rol.  Ben jij een bezoeker van sterrenrestaurants?

De epicuristen onder ons zullen weten dat het in feite om Le Sanglier des Ardennes gaat, het gekende wildrestaurant uit vervlogen tijden. Daar ben ik ooit geweest, en ook in andere sterrenzaken. Maar sinds ik mij heb teruggetrokken uit de zakenwereld, en ook enkele creditcards heb ingeleverd, gebruik ik mijn gereduceerde budget om in bescheidener zaken te tafelen. Iets wat hier in Spanje behoorlijk lukt.

 

• Na het lezen van ‘Moordgriet’ zou een mens al eens twee keer nadenken vooraleer een tafel te boeken in een restaurant.  Ooit zelf een nare ervaring gehad na een bezoek aan een (sterren)restaurant?

Tafelen is voor mij sowieso een feest en ik feest vrij vaak. Dus gebeurt het al eens dat er ergens iets misloopt. Hier in Spanje maak je daar al wat meer kans op, maar dat dek ik met de mantel der goedmoedigheid toe. Zolang het bij opdien-blunders blijft is het wel oké. Wel één keer meegemaakt hier dat het eten zelf abominabel was (een vriend die vis nam, kreeg wat schraapsel op een slabedje, mijn konijn had zijn kop nog op het bord en keek me boos aan). Drie weken later was de zaak wel dicht.

 

• Er wordt geknoeid met champagne!  Hoe akelig actueel is dat?

Hé, ik pleit onschuldig. Mijn vergiftigde champagne dateert van lang voor de huidige. De realiteit heeft mijn fantasie ingehaald!

 

• En dan belast Parein Ronny met een soort van speuractie en word ook jij speurder in je eigen verhaal.  Levert dat voordelen op voor jou als schrijver?

Op het moment dat deze scène in het boek voorkomt, ken ik de afloop ook niet. Remember, ik werk zonder plan. Dus blijft het voor mij ook spannend. Een enorm voordeel: ik vind dat hierdoor de tekst fris en spontaan blijft.

 

• Want, in het boek worden nogal wat bestemmingen aangedaan, treffen personages elkaar op verschillende locaties.  Hoe hou je dat allemaal bij zodat er geen fouten optreden in het plot?

Hier komt het fameuze maagdelijk witte schriftje op de proppen. Bij aanvang van elk boek koop ik zo’n schrift en noteer ik de titel van het boek. Want die weet ik meestal eerst, ik heb nog nooit in de loop van een schrijfproces de titel aangepast.

Na elk hoofdstuk, of zelfs tijdens, noteer ik alles wat van belang kan zijn in het schriftje. Natuurlijk namen van personages, maar ook geboortedatum en uiterlijke kenmerken. Ik maak een lijst met de korte inhoud van elk hoofdstuk, met aanduiding van plaats en tijd. Zonder dit schriftje komt er geen samenhangend verhaal.

 

• Het avontuur van Ronny en zijn medepersonages beslaat niet veel dagen.  Toch is de tijd in het boek heel aanwezig.  Waarom?

Een gimmick. Ik heb in het verleden al omvangrijke verhalen gepend, vaak lopend over decennia en generaties. Deze keer wou ik (zoals in de vorige Tervaete-verhalen) de tijd beperkt houden. Het viel me op dat er inderdaad heel wat kan gebeuren in een week tijd. Gedetailleerd het tijdsverloop weergeven, versterkt die gedachte nog.

 

• Ronny wil Mata terug vinden en zet alles op alles.  Hij is een echte held.  Of toch ook weer niet?

Ik zie hem niet als held. Ik heb trouwens een hekel aan verhalen met een onoverwinnelijke held, die constant de juiste beslissingen neemt en alles en iedereen te slim af is. Niet mijn ding. Dat Tervaete zo naarstig naar zijn Mata op zoek gaat, is nobel van hem. Maar hij maakt fouten, neemt hier en daar een loopje met de wet en stelt zich zelfs de vraag: waarom doe ik dit allemaal? Schrap dus het woord held maar. Hij is een mens met zijn gebreken.

• Ronny past zich graag aan aan  het decor ook al is dat soms wat ongemakkelijk, zoals hij ervaart wanneer hij een te klein pak moet aantrekken van een Senegalese local.  Is dat bedoeld als metafoor?

Ik vond de scène vooral een goed voorbeeld van de manier waarop Senegalezen tegen problemen aankijken en er vaak eenvoudige oplossingen voor hebben. Verder vond ik het ook grappig, zeker wanneer Tervaete daar later in het verhaal nog een probleem mee krijgt.

 

• Heb je dat gevoel ook wel eens, dat je je niet helemaal gemakkelijk en op je plaats voelt daar waar je bent?

Zelf zou ik zo’n situaties uit de weg gaan. En dat maakt het eens zo leuk om het je personages te laten overkomen.

 

• In ‘Moordgriet’ handelen zowat alle personages uit passie.  Is handelen uit passie een goede motivatie?  Waarom (niet)?

Natuurlijk wel. Ik zie dat heel breed: ik schrijf uit passie, Parein uit het boek zit in het zakenleven uit passie, zelfs de Chinese maffia doen wat ze doen uit passie (al is het hier de twijfelachtige passie om veel geld te verdienen). Ik kan me niet voorstellen dat je iets doet zonder goesting (of zonder grinta, zoals in het wielerjargon).

 

• Heb jij naast schrijven een of meerdere grote passies?

Niet meteen. Ik doe vele dingen graag: reizen, lezen, uit eten, film kijken. Stuk voor stuk zaken waar ik het niet moeilijk mee zou hebben om ze niet meer te doen. Met schrijven ligt dat anders: ook al heb ik soms een dip, de goesting is er nog altijd.

 

• Nu ‘Moordgriet’ in de winkel ligt, ben je Nicole dankbaar dat ze je weer achter je schrijftafel kreeg?

Absoluut. Ik ben blij dat ik zo gehoorzaam was.

 

• Tot slot, mogen de thrillerlezers snel een volgende thriller van jou verwachten?  Kan je reeds een kleine tip geven?

Ik denk dat ik al verschillende tipjes heb opgelicht. Mijn fameuze klepper moet er nog aankomen: Het Buchinsky-incident. Er zijn nog steeds wat problemen, het licht wil maar niet op groen springen voor de productie van het boek. Maar ik werk eraan en ik houd jullie zeker op de hoogte.

 

 

Dank je wel voor de tipjes!  Voor wat het Buchinsky-incident betreft, duimen we samen met jou dat het er vlug mag komen!

Wij wensen jou alvast nog heel veel inspiratie en schrijfplezier onder de warme Zuid-Spaanse zon!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten