‘Tante Poldi en de Hemelse Vruchten’ van Mario Giordano is het 2e deel in de serie over Tante Poldi. Het is losjes gebaseerd op de tante van de ik-persoon en tevens auteur van deze reeks. Mario Giordano schrijft scenario’s, kinderboeken en thrillers en woont en werkt in Berlijn.
Tante
Poldi is een eigenzinnige dame van in de zestig. In het 1e deel van
de reeks heeft zij van haar ouders een huis geërfd op Sicilië, in Torre
Archirafi, waarna ze vertrok met als doel zich daar dood te zuipen en naar de
zee te kijken. In dit 2e deel staat dit plan (tijdelijk) in de
ijskast. Ze heeft inmiddels vriendschappen gesloten in Sicilië, sterker nog ze
is zowat een plaatselijke beroemdheid geworden. Haar neef Tesoro, tevens de
ik-persoon in het verhaal, komt 1 week per maand bij haar logeren om aan zijn
boek te werken. Een lijvige familieroman dat niet bepaald wil vlotten. Ze
hebben een goede band met elkaar en Tante Poldi vertelt hem werkelijk alles, en
dat onder het gezamenlijk nuttigen van een sigaret, de nodige wijn of andere
alcoholische versnaperingen en een geurige Italiaanse maaltijd.
Op
zekere dag constateert Poldi dat er geen stromend water is en tot overmaat van
ramp blijkt Lady, het hondje van haar Franse vriendin Valérie, te zijn
vergiftigd en gestorven. En helaas blijft het niet bij alleen de dood van het
armzalige hondje. Impulsief en ondernemend als ze is gaat ze direct op
onderzoek uit en heeft ze zoal haar eigen verdenkingen tegen een aantal personen
die grondig door haar worden onderzocht. Dit tot irritatie van Vito Montana, de
commissaris van politie waarmee ze sinds het 1e deel een vurige
seksuele relatie onderhoudt. Want, geboren en opgegroeid in de roerige en vrije
jaren 60-70 is Poldi bepaald niet vies van geflirt en amoureuze situaties die
soms uitgroeien tot aanmerkelijk meer dan dat. Ook gaat ze met iedereen in
discussie. Vriend, vijand, familie, neef, noch de dood die geregeld even bij
haar op de sofa plaatsneemt, worden gespaard door haar scherpe tong. Bloemrijke
scheldwoorden en prachtige vergelijkingen die soms als een onstuitbare stroom
door haar worden uitgebraakt gelijke de eeuwig pruttelende Etna die in het hele
boek een voorname plaats inneemt. Kortom Tante Poldi is het soort tante die je iedereen
gunt en die je zelf zou willen hebben. In dit deel heeft ze echter kiespijn en dat
laat haar humeur niet altijd even goed uitkomen.
‘Daarbij
zag Doris mijn tante en ze zwaaide naar haar. Poldi voelde meteen weer haar
opspelende kroon. Een licht trekken linksboven, als een ver verwijderd onweer
dat onstuitbaar dichterbij kwam. Ze zwaaide lusteloos terug en hoopte maar dat
het niet zou worden opgevat als uitnodiging voor een gesprek’.
Elk
hoofdstuk begint met een paar korte zinnen uit de aantekeningen van de neef die
opsomt waarover het hoofdstuk gaat. Deze zijn weergegeven in een ander lettertype
en die eigenlijk niet heel veel extra’s aan het boek toevoegen. Wel benadrukken
ze dat de neef schrijver is en een schrijver zal voor zichzelf ook vaak korte
notities of opsommingen maken om deze vervolgens uit te werken in mooie
vloeiende zinnen. Het is verder een vlot weglezend boek met een komische
vermakelijke manier van schrijven waarbij vooral de nadruk ligt op wat Tante
Poldi en de neef zoal mee maken en wat minder op een continue hoge spanning,
snelheid of ingewikkelde complotten. Het is een echte detective / whodunit dat
je moet liggen.
Zelf vind ik het leuk om zware genre thriller(een psychologische of literaire)
af te wisselen met een wat lichtere genre en dan is dit helemaal goed, maar ik zou
er geen 2 achter elkaar kunnen lezen. Dit zal uiteraard voor iedereen weer
anders zijn. Wel ben ik nieuwsgierig naar meer en vooral ook naar deel 1 en de
introductie van alle personages. Toch was deel 2 goed te lezen zonder de
informatie uit deel 1.
Het
verhaal ademt verder de sfeer van Sicilië. Ik ben er nog nooit geweest maar kan
mij er nu wel een indruk van maken. De hitte van de zon, de prachtige natuur,
de geurige maaltijden, de sprankelende wijn en de eeuwig meerokende Etna op de
achtergrond. En op het terras zit je, net als Tante Poldi, naast de capo di
tutti capi.
Aan
het einde weet Poldi uiteraard alle losse eindjes goed aan elkaar te knopen zoals
het ook hoort in een echte whodunit. En dan is er nog een leuke cliffhanger.
Ook deel 3 is inmiddels uitgebracht en hoogst waarschijnlijk gaat de gehele
reeks uit 6 delen bestaan.
Ik geef het 4 kraaien.
Karin K.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten