woensdag 30 december 2020

Wat zijn de favorieten van Anita


2020 – een geweldig leesjaar!

Het einde van het jaar nadert.  Voor het nieuwe jaar begint, kijk ik nog even achterom en overloop ik mijn lijstje met gelezen boeken.   

2020 was een speciaal leesjaar omdat ik vooral boeken van Vlaamse schrijvers heb gelezen.  Met sommigen was het een blij ‘weerzien’, met anderen maakte ik voor de eerste keer kennis.

Een topfavoriet kiezen, dat wordt een onmogelijke opgave.  Er kwamen meerdere boeken voorbij die ik heel graag heb gelezen en waaraan ik de allerbeste leesherinneringen houd.

Om deze terugblik enigszins overzichtelijk te houden, beperk ik me tot de Vlaamse schrijvers.

Sandra J. Paul en Patrick De Bruyn schreven elk een bijzonder boek alleen al qua vorm.  Of moet ik zeggen, trakteerden de lezer op twee boeken in één?


 ‘Mijn waarheid’ laat zich niet alleen opmerken door de bijzondere Hamley-layout, het is bovendien een omkeerboek waarin in twee versies van hetzelfde gebeuren wordt gezocht naar DE waarheid.  Het weten dat één iemand liegt neem je van bij het begin van het boek, 400 + lang met je mee.  Zenuwslopend maar zo knap gedaan in die psychologische thriller.  En de waarheid bevindt zich in het midden. 

Onder een andere vorm presenteert ook Patrick De Bruyn ‘De vrouw die liefhad’ als een boek midden in het boek.  Die dubbele gelaagdheid zorgt ervoor dat ook dit boek nog vers in mijn geheugen zit!

Een absolute topper is ook ‘Bloedbanden’ van Bettie Elias.  Wat een observatietalent heeft deze schrijfster!  De uitdieping van de beleving door de personages hield me nog lang na het lezen van het boek bezig. 

Zo ook Tine Bergen.  Haar ‘Zullen we het liefde noemen’ zadelt je van bij aanvang van het verhaal op met een mysterie, waarvan de ontknoping je met verbijstering achterlaat. 

Met ‘Alleen’ heeft Barbara De Smedt ook een plaatsje in mijn boekentop van 2020 veroverd.  Haar eerste soloproject doet verlangen naar meer.

Ik maakte voor de eerste keer kennis met Guido Eekhaut, Jos Pierreux, Benny Baudewyns, Rudy Morren en Hugo luyten.

Met ‘Het huwelijk van tijd en ijs’ van Guido Eekhaut ging ik helemaal buiten mijn comfortzone.  Ik heb niet de gewoonte om reisboeken/reisverslagen te lezen, maar ik ging wel overstag voor deze mooie avonturenroman die een moderne vertelling is van de zoektocht naar de Graal. 


‘Het tweede skelet’
van Jos Pierreux bracht me naar Knokke in het spoor van een voor mij nieuw speurdersduo.  Een misdaadroman die veel verder gaat dan het antwoord geven op de whodunit-vraag en de speurders, in het bijzonder Daniël Pisters, op heel menselijke wijze ten tonele voert. 

‘Mazzelaar’ van Benny Baudewyns is me bijgebleven, niet enkel door de exotische cover, maar vooral doordat het verhaal wordt gebracht vanuit het perspectief van de dader.  Van Brussel tot in Andalousië, van een vermiste geit tot koelbloedige moorden, het boek houdt de lezer in spanning tot de laatste letter van het boek.

‘Sneeuwspoor’ bracht me op het spoor van Rudy Morren.  Ik kende hem enkel als acteur en was best nieuwsgierig naar zijn schrijftalent.  Hij heeft mijn verwachtingen helemaal ingelost met zijn voortreffelijke uitwerking van de  mooie psychologische misdaadroman waarmee hij ook de Knack Hercule Poirotprijs in de wacht heeft gesleept.

En last but not least wil ik het hebben over Hugo luyten.  Met Stef Cools brengt hij de lezer in ‘Het jaar van de slang’ naar het centrum van Antwerpen.  Het is 100% genieten van de volkse commissaris die er niet voor terugdeinst een arsenaal aan krachttermen boven te halen.  De vele spannende acties en achtervolgingen, de gruwelijke misdaden doen me nog genietend terugdenken aan dit boek.


Ik voel me dus een rijk mens, dat ik zoveel mooie boeken heb kunnen en mogen lezen en kan alleen maar hopen dat ik op hetzelfde elan mag verder lezen in 2021.


Anita

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten