zondag 25 oktober 2020

Meedogenloos van Damen&Vandermeeren



De afrekening

Na ‘Rusteloos’ en ‘Bodemloos’ schreven Hilde Vandermeeren en Walter Damen met ‘Meedogenloos’ het sluitstuk van hun trilogie.

In een tijdspanne van ongeveer twintig jaar schreef Hilde Vandermeeren meer dan vijftig boeken en verhalen.  Ondertussen is zij is al lang geen onbekende meer in thrillerland.  Het is dan ook met een bezwaard gemoed dat ik ‘Meedogenloos’ ben beginnen te lezen. ‘Meedogenloos’ is voorlopig haar laatste wapenfeit in boekenland.  Zij houdt ermee op.  Het doek valt.

In ‘Meedogenloos’ woont Kirsten Hartogs opnieuw in haar ouderlijk huis in Ramskapelle.  Portugal, en in het bijzonder Lissabon, en haar plek in het advocatenkantoor van de betreurde Fontes heeft ze achter zich gelaten.  Jammer, want Lissabon gaf de vorige twee delen een gesmaakte exotische toets.

Kirsten is van plan haar toga aan de wilgen te hangen en haar toekomst een andere richting uit te sturen.  Maar eerst wordt ze nog gevraagd om advocaat Versluys bij te staan met advies in de zaak van de ‘slaapwandelmoord’.  Marian, de moeder van beschuldigde Nick Steverlinck heeft haar hulp ingeroepen.  En jawel, Nick is de broer van Sandy.  Sandy herinneren we ons allemaal als de vroegere oppas van Kirsten, die later vermoord is geworden door Vincent Bertelet.  Deze psychopaat die Kirsten heeft gestalkt tot in Lissabon is nog steeds op vrije voeten.  We mogen hem dus zeker terug verwachten in deel drie.

‘Meedogenloos’ bevat twee verhaallijnen die zich eerst naast elkaar lijken te ontwikkelen, maar die al vrij vlug een grote gemene deler blijken te bevatten, nl. het farmaceutisch bedrijf Ryser.

Kirsten, David en de beramer van de ‘perfecte moord’ brengen het verhaal.  Het plot is rechtlijnig.  Af en toe duikt de naam van een personage of een gebeurtenis uit het verleden op.  ‘Meedogenloos’ kan als stand alone gelezen worden, maar dan gaan sommige verbanden met, of toespelingen op de vorige delen van de trilogie wel niet opgepikt worden en dan mis je toch een deel van het geheel.  En laat het nu helemaal geen straf zijn om ook ‘Rusteloos’ en ‘Bodemloos’ in te halen!

In ‘Meedogenloos’ hangt voortdurend een sfeer van ongemak, van dreigend onheil.  De auteurs voeden constant het gevoel dat er iets staat te gebeuren, dat er iemand op de loer ligt, dat deze en gene verdachte is, geluiden doen je haren ten berge rijzen, … Ja, zo nu en dan, voelde ik zelf de nood om te gaan controleren of alle deuren wel goed op slot zaten.

De korte in cursief gedrukte stukjes waarin de planner van de ‘perfecte moord’ zich steeds aanwezig en van alles op de hoogte toont, maken dat gevoel nog intenser.  Die tussenkomsten zijn telkens heel kort, maar zetten zich vast in het hoofd van de lezer.  Dat die persoon niet helemaal spoort en enkel kwaad in de zin heeft is van meet af aan duidelijk.

Ondertussen heeft Kirsten haar eigen katten te geselen.  Er is de taak die ze op zich heeft genomen en daar komt bij dat meer dan één man probeert haar leven op zijn kop te zetten.  Gestalkt worden, het achtervolgt Kirsten doorheen de ganse trilogie.  Haar nonchalance met betrekking tot haar gsm en deuren die niet worden afgesloten vind ik dan ook hemeltergend.

Van alle personages wordt David het meest volledig uitgewerkt.  Zijn verdriet, wraakgevoelens en innerlijke strijd worden juist gedoseerd en realistisch in woorden omgezet.  Hij is een geloofwaardig, vrij compleet en bovenal een heel menselijk neergezet personage.  Zijn innerlijke strijd wordt mooi geïllustreerd in treffende zinnen.

p. 48  “Dat hij in het huis van Maud zou kunnen rondlopen, was een onverwachte meevaller.  Tegelijk voelde het aan alsof hij in het web van een spin terechtgekomen was.”

p. 104 “Hij werd de les gelezen door een vrouw die haar eigen gezin uit elkaar had gedreven en dan nog het lef had om hem te waarschuwen zorgvuldig met haar zoon om te springen.

Wat als hij dat nu eens niet deed?

Het idee trof hem als een mokerslag. Hij bleef midden in de gang staan, verward door zijn eigen gedachten.”

Waar de andere personages meer op de vlakte blijven, weet David mij te raken.  Mooi en met veel inlevingsvermogen uitgewerkt!

Met ‘Meedogenloos’ nemen Hilde Vandermeeren en Walter Damen de lezer mee in een vlot leesbaar verhaal.  Over het algemeen staat de taal ten dienste van het verhaal, maar zo nu en dan duikt een mooie metafoor op en je weet weer waarom je telkens weer reikhalzend uitkijkt/uitkeek naar de boeken van de auteur.

p. 16 “Hij keek naar het rode logo in de vergaderruimte: de letter R lichtte op tegen de donkere wand, als een tikkende tijdbom.”

‘Meedogenloos’ leest voortdurend als het einde van. Tijdens het lezen van de laatste bladzijden gaat de bloeddruk de hoogte in.  Het verhaal komt in een stroomversnelling.  De afrekening.  Het slot buitelt van de actie.

Is ‘Meedogenloos’ dan echt het laatste schrijversfeit van Hilde Vandermeeren?  Of geeft ‘Meedogenloos’ me dat sprankeltje hoop dat de deur toch nog op een kier laat?  Zeg nooit nooit!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten