De afrekening
Na ‘Rusteloos’ en ‘Bodemloos’ schreven Hilde
Vandermeeren en Walter Damen met ‘Meedogenloos’ het sluitstuk van hun trilogie.
In een tijdspanne van ongeveer twintig jaar
schreef Hilde Vandermeeren meer dan vijftig boeken en verhalen. Ondertussen is zij is al lang geen onbekende
meer in thrillerland. Het is dan ook met
een bezwaard gemoed dat ik ‘Meedogenloos’ ben beginnen te lezen. ‘Meedogenloos’
is voorlopig haar laatste wapenfeit in boekenland. Zij houdt ermee op. Het doek valt.
In ‘Meedogenloos’ woont Kirsten Hartogs
opnieuw in haar ouderlijk huis in Ramskapelle.
Portugal, en in het bijzonder Lissabon, en haar plek in het advocatenkantoor
van de betreurde Fontes heeft ze achter zich gelaten. Jammer, want Lissabon gaf de vorige twee
delen een gesmaakte exotische toets.
Kirsten is van plan haar toga aan de wilgen
te hangen en haar toekomst een andere richting uit te sturen. Maar eerst wordt ze nog gevraagd om advocaat
Versluys bij te staan met advies in de zaak van de ‘slaapwandelmoord’. Marian, de moeder van beschuldigde Nick
Steverlinck heeft haar hulp ingeroepen.
En jawel, Nick is de broer van Sandy.
Sandy herinneren we ons allemaal als de vroegere oppas van Kirsten, die
later vermoord is geworden door Vincent Bertelet. Deze psychopaat die Kirsten heeft gestalkt
tot in Lissabon is nog steeds op vrije voeten.
We mogen hem dus zeker terug verwachten in deel drie.
‘Meedogenloos’ bevat twee verhaallijnen die
zich eerst naast elkaar lijken te ontwikkelen, maar die al vrij vlug een grote
gemene deler blijken te bevatten, nl. het farmaceutisch bedrijf Ryser.
Kirsten, David en de beramer van de ‘perfecte
moord’ brengen het verhaal. Het plot is
rechtlijnig. Af en toe duikt de naam van
een personage of een gebeurtenis uit het verleden op. ‘Meedogenloos’ kan als stand alone gelezen
worden, maar dan gaan sommige verbanden met, of toespelingen op de vorige delen
van de trilogie wel niet opgepikt worden en dan mis je toch een deel van het
geheel. En laat het nu helemaal geen
straf zijn om ook ‘Rusteloos’ en ‘Bodemloos’ in te halen!
In ‘Meedogenloos’ hangt voortdurend een sfeer
van ongemak, van dreigend onheil. De
auteurs voeden constant het gevoel dat er iets staat te gebeuren, dat er iemand
op de loer ligt, dat deze en gene verdachte is, geluiden doen je haren ten
berge rijzen, … Ja, zo nu en dan, voelde ik zelf de nood om te gaan controleren
of alle deuren wel goed op slot zaten.
De korte in cursief gedrukte stukjes waarin
de planner van de ‘perfecte moord’ zich steeds aanwezig en van alles op de
hoogte toont, maken dat gevoel nog intenser.
Die tussenkomsten zijn telkens heel kort, maar zetten zich vast in het
hoofd van de lezer. Dat die persoon niet
helemaal spoort en enkel kwaad in de zin heeft is van meet af aan duidelijk.
Ondertussen heeft Kirsten haar eigen katten
te geselen. Er is de taak die ze op zich
heeft genomen en daar komt bij dat meer dan één man probeert haar leven op zijn
kop te zetten. Gestalkt worden, het
achtervolgt Kirsten doorheen de ganse trilogie.
Haar nonchalance met betrekking tot haar gsm en deuren die niet worden
afgesloten vind ik dan ook hemeltergend.
Van alle personages wordt David het meest
volledig uitgewerkt. Zijn verdriet, wraakgevoelens
en innerlijke strijd worden juist gedoseerd en realistisch in woorden
omgezet. Hij is een geloofwaardig, vrij
compleet en bovenal een heel menselijk neergezet personage. Zijn innerlijke strijd wordt mooi
geïllustreerd in treffende zinnen.
p. 48 “Dat
hij in het huis van Maud zou kunnen rondlopen, was een onverwachte meevaller. Tegelijk voelde het aan alsof hij in het web
van een spin terechtgekomen was.”
p. 104 “Hij werd de les gelezen door een
vrouw die haar eigen gezin uit elkaar had gedreven en dan nog het lef had om hem
te waarschuwen zorgvuldig met haar zoon om te springen.
Wat als hij dat nu eens niet deed?
Het idee trof hem als een mokerslag. Hij
bleef midden in de gang staan, verward door zijn eigen gedachten.”
Waar de andere personages meer op de vlakte
blijven, weet David mij te raken. Mooi
en met veel inlevingsvermogen uitgewerkt!
Met ‘Meedogenloos’ nemen Hilde Vandermeeren
en Walter Damen de lezer mee in een vlot leesbaar verhaal. Over het algemeen staat de taal ten dienste
van het verhaal, maar zo nu en dan duikt een mooie metafoor op en je weet weer
waarom je telkens weer reikhalzend uitkijkt/uitkeek naar de boeken van de
auteur.
p. 16 “Hij keek naar het rode logo in de
vergaderruimte: de letter R lichtte op tegen de donkere wand, als een tikkende
tijdbom.”
‘Meedogenloos’ leest voortdurend als het
einde van. Tijdens het lezen van de laatste bladzijden gaat de bloeddruk de
hoogte in. Het verhaal komt in een
stroomversnelling. De afrekening. Het slot buitelt van de actie.
Is ‘Meedogenloos’ dan echt het laatste
schrijversfeit van Hilde Vandermeeren?
Of geeft ‘Meedogenloos’ me dat sprankeltje hoop dat de deur toch nog op
een kier laat? Zeg nooit nooit!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten