dinsdag 22 mei 2018

Jan van der Cruysse ondervraagd

Jan Van der Cruysse (Brugge, 13 juli 1960) is een Belgisch communicatieadviseur en een Vlaams schrijver van misdaadromans. Hij werkte gedurende twintig jaar als woordvoerder bij Brussels Airport.

Op de leeftijd van 55 schreef hij Bling Bling, een fictief misdaadverhaal over een diamantroof op de luchthaven van Delhi. 
Tijdens de Antwerpse boekenbeurs van 2016 won Bling Bling de Hercule Poirotprijs, de jaarlijkse literatuurprijs voor de beste Vlaamse misdaadroman. Daarmee werd de prijs voor het eerst uitgereikt aan een schrijfdebuut. Begin 2017 won het boek ook nog de Diamanten Kogel voor het beste spannende, oorspronkelijk Nederlandstalige boek. Nooit eerder won dezelfde titel beide prijzen voor misdaadfictie. in juni 2017 werd aan Bling Bling 1: Diamantroof in Delhi tevens de Schaduwprijs toegekend, de Nederlandse prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige thrillerdebuut.
In juni 2017 verscheen bij Manteau Bling Bling 2: de Zaventemmers. Het haalde de shortlist voor de Hercule Poirotprijs 2017 en was tevens genomineerd voor de Gouden Strop in Nederland.
Onlangs verscheen bij Angèle (Manteau) Bling Bling 3: toen was er nog maar één, het sluitstuk van de Bling Bling-trilogie.

Thrillerlezers ondervroeg Jan:


*Hoe zou een van jouw beste vrienden jou omschrijven?

Ik ben geen feestneus, geen voetbalgek, geen sportmens. Ik geniet intens van gezellig tafelen, reizen, experimenten aan het fornuis en boeken schrijven. Dol op poezen en orchideeën. 

*Boek 3 is net uit, los leesbaar begreep ik, wat krijgen de lezers als ze het oppakken?

Bij het schrijven van BB2 heb ik er bijzonder op gelet dat het helemaal los kan gelezen worden van BB1. Het verhaal staat honderd procent op zich. 
Bij BB3 is dat misschien net wat minder het geval. Ook voor wie de eerste twee delen niet heeft gelezen is dit zonder twijfel een spannend verhaal, maar het zou zonde zijn om dat te doen. Zeker na het uitlezen van BB3 kan die lezer er alleen maar spijt van krijgen dat hij de twee eerdere boeken niet eerst heeft aangepakt. Daarom kan je dat beter meteen doen, en de juiste leesrichting bewandelen. Dat is toch het hele concept van een trilogie? Stel je voor dat ze een tv-reeks beginnen met het uitenden van de seizoensfinale. 

*Waar zat dat talent van jou zolang verstopt?

Talent is een erg geladen woord. Dat oordeel laat ik voor de rekening van anderen. Ik verdien al meer dan 30 jaar mijn boterham met communicatie, en schrijven is daar een belangrijk onderdeel van. En ik heb geen gebrek aan verbeelding. Ik was 55 jaar toen ik begon te schrijven, terwijl ik dat net zo goed op mijn 25 had kunnen doen. Waarom ik het niet eerder deed? Er is een groot verschil tussen leuk schrijven, en een boek schrijven. Ik twijfelde aan mijn talent om aan het tweede te beginnen. En ja, dat spijt me achteraf heel erg. Ik had gelukkig tijdens al die jaren tussenin als journalist en als persvoorlichter voor de luchthaven een prachtige tijd. Dat maakt het helemaal goed.

*En hoe kwam en het opeens bovendrijven met Bling bling deel 1?

Ik was na mijn job bij de luchthaven tijdelijk werkzoekend. Ik had tijd. En voor ik het wist zat ik plots Bing Bling te schrijven. Gewoon voor mezelf, voor de kick van het schrijven. Midlife crisis, bucket list… ik stond niet echt stil bij mijn motieven. Ik had in elk geval tijdens het schrijven geen enkele intentie om het ooit te laten uitgeven.

*Zat het al te broeien om eens te proberen een boek te gaan schrijven?

De zin om het te doen was er altijd al, en ook ideeën waren er zat. Toen ik Bling Bling had geschreven concludeerde ik dat het ingrediënt tijd altijd had ontbroken, maar daarna schreef ik deel twee en drie toch bovenop een goed gevulde dagtaak, dus ik weet eigenlijk niet wat me al die jaren heeft gemankeerd. Zelfvertrouwen, denk ik. 




 *Wat staat er trouwens op die bucketlist van jou?

Er zijn enkele plekjes op de wereld die ik echt nog graag wil zien. En misschien ooit een tijdje wonen op een ander continent. Ergens waar het altijd lekker weer is, zonder te heet te zijn. Waar je tropische planten gewoon in je tuin kan hebben. 

*Hoe lang deed je over dat eerste deel?

 Een dikke vier maanden. Net toen ik klaar was met het verhaal kon ik beginnen aan mijn nieuwe job (adviseur crisiscommunicatie) en verdween het boek naar de achtergrond. Pas nadat een aantal mensen het hadden gelezen en erg positief reageerden, schepte ik de moed om een uitgever te gaan zoeken.

* Aan wie liet je het lezen?

Aan enkele goeie vrienden en familieleden die zoals ik - surprise! - dol zijn op een stevig misdaadverhaal. Waaronder - met bijzondere dank - mijn boekverslindende tante, die me op mijn twaalfde op het spoor zette van James Hadley Chase. Ik heb al zijn boeken gelezen, denk ik. 


*Hoe voelde het dat opeens je debuut zo mooi ontvangen werd?

Ik schreef Bling Bling als een verhaal alsof ik het zelf graag zou willen lezen. Verder reikte mijn ambitie niet. Ik hoef je niet te vertellen hoezeer ik in mijn nopjes was toen het Davidsfonds meteen enthousiast reageerde en me voorstelde om het uit te geven. Toen ik daarna de Hercule Poirot Prijs won, ging ik helemaal door het lint. En doen kwam de Diamanten Kogel. En daarna staken we nog eens de grens over met de Schaduwprijs. Ik heb nog steeds niet helemaal door dat het allemaal echt is. Het voelt een beetje als een droom. 

*Heb je jezelf wel eens in de armen moeten knijpen? 

Dat doe ik nog elke dag!

*Was het lastig aan een volgend boek te beginnen toen? 

Toch wel. Bling Bling schreef ik voor mezelf, het tweede boek was voor de 10.000 mensen die erg enthousiast waren over het eerste boek en die hoopten op een vervolg. Bling Bling 2 zou daar zeker mee vergeleken worden, en veel beter kon het niet worden: die prijzen win je maar één keer. Er was wel wat koudwatervrees, toen. Maar toen ik eenmaal aan het schrijven was, had ik meteen weer de smaak te pakken. 

*Deel 2 heeft nu een nominatie op de shortlist voor de Gouden strop. Kan deel 3 de vorige delen nog overtreffen? 

Persoonlijk vind ik Bling Bling 3 misschien wel het leukste van de drie, maar je moet echt wel de twee eerste delen hebben gelezen om er ten volle van te genieten. 

*Had je bij het schrijven van Bling Bling 1 al het idee om uiteindelijk 3 dikke delen te gaan maken? 

Voor ik begon te schrijven had ik in grote lijnen een verhaal in mijn hoofd: een fictieve diamantroof op de luchthaven van Zaventem met alle ellende die erop volgt. Toen Bling Bling (1) klaar was, stelde ik vast dat ik eigenlijk enkel nog maar een prequel had geschreven voor het verhaal dat ik had gepland. Meteen besefte ik dat ik de vele verhaallijnen van de rest van het verhaal niet zou kunnen concentreren tot één boek, dus kwam ik met mijn uitgever overeen dat het een trilogie zou worden. 

*Hoe reageerde de uitgeverij bij het opsturen van het eerste manuscript? Vonden ze het niet te dik?

Veeeel te dik. Het verhaal telde toen 750 bladzijdes. ‘Dat is commercieel niet haalbaar voor een debuutschrijver’, hoorde ik. Het moest worden teruggebracht tot hoogstens 500. Dat leek eerst een hele moeilijke opgave, maar omdat het verhaal bestond uit meerdere verhaallijnen, heb ik er gewoon enkele uitgeknipt en de rest netjes weer aan elkaar gestikt. Daarbij moet je wel opletten dat er geen losse eindjes overblijven en dat er geen informatie is weggehaald die belangrijk is voor de samenhang en de logica van het verhaal. Als je de verknipte wereld van Bling Bling wil verdenken van logica ;)

*Die verhaallijnen die je er uit knipte deed dat geen pijn?

Ik was zo enthousiast dat het zou worden uitgegeven, dat ik me daar allerminst bezorgd om maakte. En om eerlijk te zijn: ik vond de "beknopte” versie die uiteindelijk werd gepubliceerd ook zelf beter. 

* Zijn die ooit in deel 2 teruggekomen of is het echt naar de prullebak gegaan?

Ik kon een stukje hergebruiken voor BB2, maar de meeste stukken die zijn weggeknipt pasten niet meer in de tijdlijn van het vervolg. Het grootste stuk betreft (spoiler voor lezers van BB1!) de verdere avonturen van Sachin, die pas na de overval begrijpt dat hij met een grijpstuiver is weggestuurd terwijl de anderen een miljoenenbuit verdeelden. Vanuit zijn dorp in de Bengaalse magrovemoerassen van de Sundarbans broedt hij op een groter stuk van de koek. En in Bling Bling 2 sneuvelde nog een heel verhaal over Chaim, die in Hong Kong op een haar na ontsnapt aan de plaatselijke maffia die door Paata wordt gemobiliseerd om hem te strikken. 

*Was je overtuigd van je eigen kunnen toen je het ging insturen?

Allerminst. Ik vond het zelf een goed verhaal, maar het is onmogelijk om je eigen werk naar waarde te schatten. Terwijl ik Bling Bling zat te schrijven vertelde Pieter Aspe op de radio dat voor elk gedrukt misdaadboek ongeveer 700 manuscripten worden opgestuurd naar de uitgever die uiteindelijk niet worden weerhouden. Dat kwam niet echt aan als een aanmoediging. Verschillende mensen hebben het verhaal uiteindelijk gelezen en aangemoedigd. En zelfs toen was het met veel twijfel dat ik ging aankloppen bij een uitgever. 

*Een clichevraag is natuurlijk in welk personage zit het meeste van Jan van der Cruysse?

Ik zie niemand van hen in mijn spiegel. Waarschijnlijk zit er in alle karakters wel een stukje van mezelf. Wie weet: zelfs van Elisabed! 

*Nu laat je de mensen van Bling Bling achter je. Voelt het als achterlaten van familieleden?

Precies! Ik mis ze al enkele maanden, sinds het boek klaar is. Maar ze zullen er ook altijd nog zijn in het boek. Misschien langer dan ikzelf. 
Straks komen er misschien nieuwe personages, in een geheel nieuw verhaal. Dat zien we nog wel. 

*De periode van schrijven en daadwerkelijk in de boekhandel kost wat tijd. Ben je intussen begonnen aan een nieuw verhaal?

Voorlopig niet. Maar de gedachte is nooit veraf. Eigenlijk wordt het tijd dat ik gewoon ga zitten en eraan begin. 

*Wat weerhoudt je momenteel om te gaan zitten?

Ik heb een voltijds beroep, dat toch wel wat inspanning vergt. Ik ben ook geen 25 meer. Dus nam ik de tijd voor wat andere dingen. Gewoon niksen en lummelen: da’s zowat mijn allerfavoriete bezigheid. 

*Schrijf je met de hand?

Nee, ik heb voor mijn werk al zoveel jaren getypt, dat ik amper nog kan schrijven met een pen. Mijn handschrift is volstrekt onleesbaar. In mijn hoofd heerst wel eens chaos, en ik geniet ervan hoe intiem mijn handen en het toetsenbord samenwerken om daar toch een geordend verhaal uit te knijpen.

* Ben je iemand die een vast aantal woorden per dag typt?

Ik las dat sommigen dat doen. Pieter Aspe, Stephen King... Aspe schrijft er naar eigen zeggen 1.700 per dag, anderen zijn al blij met 500. Mijn eigen debiet ligt doorgaans hoger. Af en toe neem ik een baaldag, maar wanneer ik schrijf gaat het best lekker vooruit, tot in de kleine uurtjes. Ik leg mezelf geen aantal op, maar ik volg wel op hoe snel het vordert. Dat moet je doen, als je met je uitgever een deadline hebt afgesproken. 

*Was het op de valreep?

Nee, ik liep vele maanden vooruit op het voorziene schema. Bling Bling 3 rolde razendsnel uit mijn toetsenbord, omdat het verhaal al helemaal in mijn hoofd was uitgestippeld. Veel meer dan voor mijn eerste boeken.

*Je was woordvoerder voor Brussels Airport. Wat wilde kleine Jan vroeger eigenlijk worden?

Woordvoerder van de luchthaven, denk ik. Of schrijver. En kijk! 

*Zou je als je je leven opnieuw kon doen eerder aan het schrijven van boeken beginnen?

Absoluut. Het zat al die tijd in me. Het kriebelde. Maar gedane zaken nemen geen keer.

*Ben je zelf een lezer van zo dik mogelijke boeken?

Volmondig: ja!  Dikke boeken zijn vaak dik omdat ze meerdere verhaallijnen naast elkaar zetten. Dat vind ik zoveel leuker dan de klassieke whodunit met een handjevol personages en een enkele verhaallijn vanuit het zichtspunt van één protagonist.

*Heb je dit jaar 2018 zelf al een boek mogen dichtslaan wat je erg beviel? 

Sinds ik schrijf, lees ik nog amper. Ik heb de voorbije 30 jaar bijna enkel gelezen in het Engels. Ik ben dol op Lee Child en Bill Bryson

*Op 6 juni wordt bekend wie de Gouden Strop zal gaan winnen. Ken je je concurrenten?

Ik moet het met schaamte bekennen: amper. Net zoals je Vlaamse auteurs niet vaak aantreft in de Nederlandse boekhandel, vind je mijn Nederlandse collega’s niet vaak hier. Tussen beide landen staat duidelijk een onzichtbare grensmuur voor misdaadverhalen. Ik ben reuze benieuwd om hen te leren kennen! Enkele pittige auteurs, lijkt me. Uit de longlist kende ik Renate. Ik zou het een eer hebben gevonden om bij haar op het podium te staan. Wat had ik het haar graag gegund.

*Wat ga je doen als je hoort dat je de prijs wint?

Laat me daar niet vooraf aan denken. Het vel van de beer, weet je wel. En ik ben ook een beetje bijgelovig op dat vlak. De genomineerde boeken zijn zonder twijfel allemaal schitterend, en de beoordeling door de jury is vanzelfsprekend ook een kwestie van persoonlijke smaak. Er is dus zeker ook wat geluk mee gemoeid. 


1 opmerking: