Een boek waarbij je schaterlacht, maar wat nul komma nul spannend is.
Een boek begint met een omslag wat je ziet. Ik vind hem mooi
in al zijn eenvoud. Ik zou hem juist tussen alle thrillerboeken oppakken, omdat
hij zo opvallend anders is. En dan ga je de achterkant lezen, dus missie
geslaagd in een boekenzaak.
Het is een heerlijk absurdistisch geschreven verhaal en de
vergelijking met Roald Dahl is duidelijk. Ik zat tijdens het lezen constant
geweldige zinnen op te schrijven die Marja West de hoofdpersoon laat denken of
laat uitspreken.
Esther, de hoofdpersoon, opgegroeid in de Bijlmer leert
Maarten kennen in het restaurant waar ze serveert. Maarten komt uit een bankiersfamilie. Ze trouwen
al snel en Esther moet gaan leven
volgens de Van Nuenenregels. Als ze iets niet goed doet, wrijft Maarten aan
zijn neus.
Esther heeft vroeger haar ouderlijk huis leren overleven door een OCS (obsessief compulsief stoornis) te ontwikkelen waardoor ze alles, maar dan ook alles telt.
Het geluk is van korte duur als naast hun een jeugdliefde van Maarten komt wonen die wel volgens de
normen en waarden van oud geld leeft: Annelize. Ziet Esther spoken of wordt
Maarten ingepalmd? Esther moet in therapie bij Eduard, een oude vriend van haar
man die alles bespreekt met Maarten.
Het boek wordt
afwisselend verteld: in het ene gedeelte vertelt Esther in een urenlange
durende therapiebijeenkomst bij een nieuwe therapeut wat er heeft
plaatsgevonden. Haar therapievraag is of ze wel of niet de Amuse award moet
gaan aanvaarden. Het andere gedeelte bestaat uit de gebeurtenissen die
plaatsvinden.
Marja West heeft een heerlijke stijl van schrijven en die
zorgt er veelvuldig voor dat je aan het schaterlachen bent om de vondsten die
Marja bedacht heeft. Het einde is zekers des Roald Dahls.
Als groot liefhebber van Roald Dahl voelde ik het einde dan ook aankomen, maar dit doet helemaal niks
af aan het verhaal. Geweldig bedacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten