donderdag 30 oktober 2014

Hysterctomie door Karin Kallenberg

HYSTERECTOMIE

Het is de dag van mijn operatie en ik stap samen met mijn man en mijn koffertje de auto in. Ik zal verlost worden van een baarmoederverzakking die mij al weken tot een liggend bestaan op de bank veroordeelt. De Romeinse kliniek heeft de welluidende naam Nostra signora delle Mercede. Het is een door nonnen gerunde privékliniek waar ik een eenpersoonskamer krijg. De verzekering betaalt.

In de kliniek aangekomen pak ik na de intake mijn koffertje uit. De anesthesist komt zich voorstellen. Hij straalt een soort aristocratie uit. Door Hippocrates’ eed, innerlijke beschaving en medemenselijkheid is hij meteen mijn held. We lopen de procedure door. Hij verzekert me dat ik een middel krijg tegen misselijkheid. Het infuus wil hij niet in mijn hand doen want dat is te pijnlijk. Hij kijkt hoe het met de aderen op mijn armen zit. Die heb ik haast niet. Hij pakt mijn onderarm liefdevol vast, wrijft er over en houdt hem langer vast dan nodig is. Op dat moment weet ik het gewoon. Hij is niet alleen een kundig arts. In de avond is hij Superman die in het maanlicht langs de palazzi scheert op zoek naar hulpbehoevenden.
Door een raar misverstand met de chirurg wordt de operatie afgeblazen. Omhuld door een wolk van ongeloof pak ik mijn koffertje weer in. Verdwaasd zitten we in de auto op de terugweg naar huis. De anesthesist had zijn groene pak al aan, vertelt mijn man die hem tegenkwam toen hij even koffie ging drinken. Als ik eraan denk dat ik misschien de huur van de operatiekamer en het salaris moet betalen voor de hele medische equipe die klaarstond, schiet het zweet in mijn handen. Thuis pak ik braaf mijn koffertje weer uit. Ik ben er nog dagenlang beduusd van.

Twee weken later doen we een hernieuwde poging en we herhalen het hele ritueel. Als ik in bed lig te wachten, staat er opeens een kaboutervrouwtje met een wit kapje naast me. Ze heeft een bijpassende witte bril op met zulke dikke randen dat hij op een speelgoedding lijkt. Mijn man wordt uit de kamer gestuurd. Ik krijg een coupe Barbie aangemeten. Het is een intiem gebeuren en er ontstaat een vertrouwelijke sfeer in mijn kamer. De verpleegster praat over haar dochter van negentien, enig kind en nu al een baarmoeder met fibromen. Verder vertelt ze dat ze na haar nachtdienst ruim een uur met de trein moet en daarna nog verder met het openbaar vervoer. Wat een zwaar leven. Ze noemt de naam van haar dorp, maar het zegt me niets. Bij Sabaudia, legt ze uit. Dat ken ik wel. Dat is een populaire kustplaats.
Ik krijg een doorzichtig wegwerp operatiehemd aan, wat ik wonderlijk vind bij die nonnen en word de operatiekamer ingereden. Superman staat al op me te wachten.
‘Ik ben wel een beetje zenuwachtig,’ zeg ik.
‘Daar gaan we meteen wat aan doen.’ Trefzeker plaatst hij een naald in mijn arm. Ik ben meteen onder zeil. Als ik bijkom, lig ik weer in mijn kamer.
Mijn man vertelt later dat hij er niet bij mocht toen ik van de o.k. terugkwam. Ik werd eerst mooi gemaakt. Nachtjapon aan, haren gekamd, totdat ik er als Doornroosje bij lag.

Dit keer staan er ’s nachts twee kaboutervrouwtjes met witte kapjes aan mijn bed.
‘Gisteren hebben we alles geëpileerd bij de signora,’ zegt Sabaudia tegen haar collega. Ik slik. Is dit belangrijke info? Dan kan ze ook even op de gang gaan staan en het een paar keer omroepen. Maar misschien was het haar eerste keer. En elke eerste keer maakt indruk.

Suor Teresa is een mooie non uit India. Als ze me helpt met toilet maken vertelt ze dat toen ze zestien was, wist dat dit haar roeping is. Ik vind het altijd heel bijzonder als iemand op jonge leeftijd zijn weg al weet en vertel op mijn beurt over mijn leven. Ze vraagt of ik Katholiek ben.
‘Nee,’ zeg ik. ‘Ik ben Katholiek opgevoed maar nu ben ik atheïst.’ Er glijdt een donkere trek over haar gezicht.
‘En zijn jullie kinderen dan niet gedoopt,’ vraagt ze.
Nee. Ik ga mijn kinderen geen geloof opleggen. Dat moeten ze tegen die tijd zelf maar kiezen. Op Teresa’s gelaat ligt nu een donderwolk. Misschien is deze kliniek alleen voor vrome mensen, denk ik. Word ik direct met infuus en al op straat gezet. Voor een ketter als u is hier geen plaats, mevrouw. Mijn koffertje wordt me via het raam na gesmeten.
Misschien had ik mijn boodschap wat moeten verpakken. De Nederlandse directheid wordt niet altijd op prijs gesteld. Toch vind ik het spijtig dat sommige mensen moeite hebben met de levenskeuzes van anderen. Ik weet nog dat onze buurman destijds veelvuldig informeerde wanneer onze zoon nou eens gedoopt zou worden, waarbij zijn afkeuring duidelijk doorschemerde. Een Nederlandse collega getrouwd met een Italiaan wilde haar kind ook niet laten dopen. Uiteindelijk is ze toch gezwicht omdat haar schoonmoeder er niet van kon slapen dat het zieltje van haar kleinkind niet gered was. Ik vind het fijn als iemand in zijn geloof steun en duiding vindt. Maar omgekeerd vind ik het ook fijn als degene mijn beslissing accepteert om atheïst te zijn.
Als tienjarige koos ik de naam Teresa voor mijn vormsel. De heilige Teresa voorspelde dat ze na haar dood een voorbeeld zou zijn voor vele mensen en een voorspreekster in de hemel. Ze zei: “Ik zal na mijn dood rozen doen regenen op aarde.” Mooi vond ik dat toen. Mijn keuze voor Teresa destijds, vertel ik maar niet aan de suora. Ik word er alleen maar afvalliger door.

Vandaag wil ik een tijdje op de stoel zitten en ik wil mijn beha aan. Ik heb een kleine discussie met Suor Teresa. Ze vindt het niet nodig dat ik hem aandoe, want als ik dan weer ga rusten? Ja, wat dan? Denkt ze nou echt dat ik thuis elke keer dat ik onderuitzak op de bank mijn beha ga uittrekken? Waarom snapt ze het nou niet? Wat voor figuur heeft ze zelf eigenlijk? Steels kijk ik naar de bovenkant van haar habijt en ik zie dat Suor Teresa’s cupmaat twee gebakken eieren behelst. Omelet om precies te zijn.

Fellini-achtige scenes vind je ook hier. Om een duistere reden zit er de hele dag als een schildwacht een oudere heer op de bank tegenover mijn deur. Hij praat onophoudelijk. Hij heeft een stem alsof hij zijn leven lang al zware shag rookt, keelontsteking heeft en gisteren anderhalf uur zijn favoriete voetbalclub heeft toegejuicht. Ik ben te groggy om me in zijn aanwezigheid te verdiepen.
Om vier uur ’s nachts word ik wakker. Buiten op straat wordt een luide discussie gevoerd die wel een kwartier duurt. Een hond blaft enthousiast mee. Ik vraag me af wat mensen op dat tijdstip te melden hebben, maar ben te duf om het gesprek te volgen.
Uit de kamer naast mij komt een hoog kinderlijk geklaag. Een geluid dat ik af en toe hoor en dat onmiskenbaar van een oudere vrouw komt.

‘Zit stil! Rustig! Zo kan ik het niet doen!’ hoor ik de zuster kwaad roepen. Aan de ene kant ben ik bloednieuwsgierig wat er zich in die kamer allemaal afspeelt, maar aan de andere kant heb ik al genoeg aan mijn hoofd met mijn eigen situatie.

Omdat er vlees op het menu staat en ik dat niet lust wordt mij als alternatief gekookte vis geboden.
‘Ja, maar u mag ook wat kaas geven dat maakt mij echt niets uit.’
Even later hoor ik geëxalteerd praten op de gang en vang de woorden gekookte vis op. Ik spreek de medewerkster van de keuken aan en zeg dat ze absoluut geen moeite hoeft te doen. Wie heeft er nou honger na zo’n narcose en kaas vind ik echt heerlijk.
Mijn eten arriveert. Ik til de deksel van de serveerschaal op. In een laagje water ligt rechtstandig een donkergrijze vis. Kop en staart, alles zit er nog aan. Hij ziet eruit of hij zo kan weg zwemmen.
‘Heeft de zuster van beneden voor u bereid,’ zegt de keukenmedewerkster trots. Het vormt een schril contrast met het damasten tafelkleedje en het servies bedrukt met het wapen van de kliniek. Het liefst wil ik meteen mijn bed weer induiken. Maar na al die toestanden moet ik minstens even proeven. Ik heb net kracht genoeg om de vis te fileren. Boven verwachting smaakt hij voortreffelijk.


’s Avonds is Sabaudia er weer als ik naast mijn bed sta. Het popje komt tot mijn oksel en wrijft me even over mijn wang.
‘U heeft echt de trekken van een Nederlandse. Haar en ogen.’ Ik glimlach maar een beetje als antwoord. Mijn ogen zijn bruin en mijn haar is geverfd dus ik volg het even niet, maar het is schattig bedoeld zoals alles wat ze zegt.
Die nacht pleeg ik verraad aan haar. Ze vroeg of ik haar wilde bellen als ik pipi wilde doen. Ik zegde toe. Maar deed het niet. Ik was sterk genoeg om zelf naar de wc te gaan, moest nota bene twee keer en ze lag misschien te slapen. Die schaarse uurtjes nachtrust wilde ik haar niet ontzeggen. Bovendien heb ik de stelregel dat wat je zelf kunt doen, je ook zelf moet doen. Een instelling die mij het predikaat van slechte moeder opleverde toen ik geen ontbijt voor mijn kinderen maakte. Alsof ze op die leeftijd niet zelf even wat melk in een kommetje konden gieten tezamen met een paar lepels muesli.

Na haar dienst komt Sabaudia afscheid nemen. Mag ik u een kus geven? Jeetje… ik heb helemaal niets gedaan behalve me te laten verzorgen. Ze zoent me op beide wangen. Wat een vrijgevig hart. Weet de leiding hier wel wat voor een juweel ze in huis hebben?
‘En nou wil ik u nooit meer zien,’ zegt ze als grapje. Ik bijt op mijn lip.

Italianen zijn complimenteus. Ook hier regent het complimenten aan mijn adres. Sommige zijn overdreven voor mij als nuchtere Nederlandse. Bijvoorbeeld het prijzen omdat ik de derde dag mijn bed uitging en mezelf verzorgde in de badkamer. Maar ik had er gewoon geen zin in dat Suor Teresa weer een washandje tussen mijn billen wreef.
Als je een keertje laag zit voor wat betreft je dosis eigendunk, neem dan een paar dagen je intrek in een Italiaanse kliniek. Al loop je wel het risico dat je eruit komt met een nieuwe aandoening: grootheidswaanzin.

http://www.hebban.nl/auteurs/kallenberg-van-hove




8 opmerkingen:

  1. Alex Hoogendoorn30 oktober 2014 om 16:05

    Heftig, Karin. Vond je de locatie niet ook maar een béétje spooky?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik voelde me wel veilig, maar het kwam wel surrealistisch over. Een gevoel dat nog nog versterkt werd door de naweeën van de narcose.

      Verwijderen
  2. Het kan een roman zijn, maar het kan ook uit lopen in een thriller. Wat is er gebeurd en waarom alles geëpileerd? Ik ben zo benieuwd wat er volgt.....

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Geëpileerd is misschien niet het juiste woord Caroline, zo noemen de Italianen het. Ik werd geschoren ivm een baarmoederverwijdering. Alles prima gegaan :) Er komt denk ik geen vervolg :)

      Verwijderen
  3. Mooi geschreven Karin :-) ik hoop dat je goed opknapt! X

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Fijn dat ik nu een verslagje heb van je operatie, en....ik heb ook als vormselnaam Teresa.
    Wat zijn er toch een lieve mensen op de wereld he?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ook Teresa? Wat frappant, dat wist ik niet. Ja, ontzettend oprechte lieve mensen, die dat zelf helemaal niet bijzonder vinden.

      Verwijderen