Het is de dag van mijn operatie en
ik stap samen met mijn man en mijn koffertje de auto in. Ik zal verlost worden
van een baarmoederverzakking die mij al weken tot een liggend bestaan op de
bank veroordeelt. De Romeinse kliniek heeft de welluidende naam Nostra signora
delle Mercede. Het is een door nonnen gerunde privékliniek waar ik een
eenpersoonskamer krijg. De verzekering betaalt.
In de kliniek aangekomen pak ik na
de intake mijn koffertje uit. De anesthesist komt zich voorstellen. Hij straalt
een soort aristocratie uit. Door Hippocrates’ eed, innerlijke beschaving en
medemenselijkheid is hij meteen mijn held. We lopen de procedure door. Hij
verzekert me dat ik een middel krijg tegen misselijkheid. Het infuus wil hij
niet in mijn hand doen want dat is te pijnlijk. Hij kijkt hoe het met de aderen
op mijn armen zit. Die heb ik haast niet. Hij pakt mijn onderarm liefdevol vast,
wrijft er over en houdt hem langer vast dan nodig is. Op dat moment weet ik het
gewoon. Hij is niet alleen een kundig arts. In de avond is hij Superman die in
het maanlicht langs de palazzi scheert op zoek naar hulpbehoevenden.
Door een raar misverstand met de
chirurg wordt de operatie afgeblazen. Omhuld door een wolk van ongeloof pak ik
mijn koffertje weer in. Verdwaasd zitten we in de auto op de terugweg naar
huis. De anesthesist had zijn groene pak al aan, vertelt mijn man die hem tegenkwam
toen hij even koffie ging drinken. Als ik eraan denk dat ik misschien de huur
van de operatiekamer en het salaris moet betalen voor de hele medische equipe
die klaarstond, schiet het zweet in mijn handen. Thuis pak ik braaf mijn
koffertje weer uit. Ik ben er nog dagenlang beduusd van.
Twee weken later doen we een
hernieuwde poging en we herhalen het hele ritueel. Als ik in bed lig te
wachten, staat er opeens een kaboutervrouwtje met een wit kapje naast me. Ze heeft
een bijpassende witte bril op met zulke dikke randen dat hij op een speelgoedding
lijkt. Mijn man wordt uit de kamer gestuurd. Ik krijg een coupe Barbie
aangemeten. Het is een intiem gebeuren en er ontstaat een vertrouwelijke sfeer
in mijn kamer. De verpleegster praat over haar dochter van negentien, enig kind
en nu al een baarmoeder met fibromen. Verder vertelt ze dat ze na haar
nachtdienst ruim een uur met de trein moet en daarna nog verder met het
openbaar vervoer. Wat een zwaar leven. Ze noemt de naam van haar dorp, maar het
zegt me niets. Bij Sabaudia, legt ze uit. Dat ken ik wel. Dat is een populaire
kustplaats.
Ik krijg een doorzichtig wegwerp operatiehemd
aan, wat ik wonderlijk vind bij die nonnen en word de operatiekamer ingereden. Superman
staat al op me te wachten.
‘Ik ben wel een beetje
zenuwachtig,’ zeg ik.
‘Daar gaan we meteen wat aan doen.’
Trefzeker plaatst hij een naald in mijn arm. Ik ben meteen onder zeil. Als ik
bijkom, lig ik weer in mijn kamer.
Mijn man vertelt later dat hij er
niet bij mocht toen ik van de o.k. terugkwam. Ik werd eerst mooi gemaakt. Nachtjapon
aan, haren gekamd, totdat ik er als Doornroosje bij lag.
Dit keer staan er ’s nachts twee
kaboutervrouwtjes met witte kapjes aan mijn bed.
‘Gisteren hebben we alles
geëpileerd bij de signora,’ zegt Sabaudia tegen haar collega. Ik slik. Is dit
belangrijke info? Dan kan ze ook even op de gang gaan staan en het een paar
keer omroepen. Maar misschien was het haar eerste keer. En elke eerste keer
maakt indruk.
Suor Teresa is een mooie non uit
India. Als ze me helpt met toilet maken vertelt ze dat toen ze zestien was,
wist dat dit haar roeping is. Ik vind het altijd heel bijzonder als iemand op jonge
leeftijd zijn weg al weet en vertel op mijn beurt over mijn leven. Ze vraagt of
ik Katholiek ben.
‘Nee,’ zeg ik. ‘Ik ben Katholiek
opgevoed maar nu ben ik atheïst.’ Er glijdt een donkere trek over haar gezicht.
‘En zijn jullie kinderen dan niet
gedoopt,’ vraagt ze.
Nee. Ik ga mijn kinderen geen
geloof opleggen. Dat moeten ze tegen die tijd zelf maar kiezen. Op Teresa’s
gelaat ligt nu een donderwolk. Misschien is deze kliniek alleen voor vrome mensen,
denk ik. Word ik direct met infuus en al op straat gezet. Voor een ketter als u
is hier geen plaats, mevrouw. Mijn koffertje wordt me via het raam na gesmeten.
Misschien had ik mijn boodschap
wat moeten verpakken. De Nederlandse directheid wordt niet altijd op prijs
gesteld. Toch vind ik het spijtig dat sommige mensen moeite hebben met de
levenskeuzes van anderen. Ik weet nog dat onze buurman destijds veelvuldig
informeerde wanneer onze zoon nou eens gedoopt zou worden, waarbij zijn
afkeuring duidelijk doorschemerde. Een Nederlandse collega getrouwd met een
Italiaan wilde haar kind ook niet laten dopen. Uiteindelijk is ze toch gezwicht
omdat haar schoonmoeder er niet van kon slapen dat het zieltje van haar
kleinkind niet gered was. Ik vind het fijn als iemand in zijn geloof steun en
duiding vindt. Maar omgekeerd vind ik het ook fijn als degene mijn beslissing accepteert
om atheïst te zijn.
Als tienjarige koos ik de naam Teresa
voor mijn vormsel. De heilige Teresa voorspelde dat ze
na haar dood een voorbeeld zou zijn voor vele mensen en een voorspreekster in
de hemel. Ze zei: “Ik zal na mijn dood rozen doen regenen op aarde.” Mooi vond
ik dat toen. Mijn keuze voor Teresa destijds, vertel ik maar niet aan de suora.
Ik word er alleen maar afvalliger door.
Vandaag wil ik een tijdje op de
stoel zitten en ik wil mijn beha aan. Ik heb een kleine discussie met Suor
Teresa. Ze vindt het niet nodig dat ik hem aandoe, want als ik dan weer ga
rusten? Ja, wat dan? Denkt ze nou echt dat ik thuis elke keer dat ik
onderuitzak op de bank mijn beha ga uittrekken? Waarom snapt ze het nou niet? Wat
voor figuur heeft ze zelf eigenlijk? Steels kijk ik naar de bovenkant van haar
habijt en ik zie dat Suor Teresa’s cupmaat twee gebakken eieren behelst. Omelet
om precies te zijn.
Fellini-achtige
scenes vind je ook hier. Om een duistere
reden zit er de hele dag als een schildwacht een oudere heer op de bank
tegenover mijn deur. Hij praat onophoudelijk. Hij heeft een stem alsof hij zijn
leven lang al zware shag rookt, keelontsteking heeft en gisteren anderhalf uur
zijn favoriete voetbalclub heeft toegejuicht. Ik ben te groggy om me in zijn
aanwezigheid te verdiepen.
Om
vier uur ’s nachts word ik wakker. Buiten op straat wordt een luide discussie
gevoerd die wel een kwartier duurt. Een hond blaft enthousiast mee. Ik vraag me
af wat mensen op dat tijdstip te melden hebben, maar ben te duf om het gesprek
te volgen.
Uit
de kamer naast mij komt een hoog kinderlijk geklaag. Een geluid dat ik af en
toe hoor en dat onmiskenbaar van een oudere vrouw komt.
‘Zit
stil! Rustig! Zo kan ik het niet doen!’ hoor ik de zuster kwaad roepen. Aan de
ene kant ben ik bloednieuwsgierig wat er zich in die kamer allemaal afspeelt,
maar aan de andere kant heb ik al genoeg aan mijn hoofd met mijn eigen
situatie.
Omdat
er vlees op het menu staat en ik dat niet lust wordt mij als alternatief
gekookte vis geboden.
‘Ja,
maar u mag ook wat kaas geven dat maakt mij echt niets uit.’
Even
later hoor ik geëxalteerd praten op de gang en vang de woorden gekookte vis op.
Ik spreek de medewerkster van de keuken aan en zeg dat ze absoluut geen moeite
hoeft te doen. Wie heeft er nou honger na zo’n narcose en kaas vind ik echt
heerlijk.
Mijn
eten arriveert. Ik til de deksel van de serveerschaal op. In een laagje water
ligt rechtstandig een donkergrijze vis. Kop en staart, alles zit er nog aan. Hij
ziet eruit of hij zo kan weg zwemmen.
‘Heeft
de zuster van beneden voor u bereid,’ zegt de keukenmedewerkster trots. Het
vormt een schril contrast met het damasten tafelkleedje en het servies bedrukt
met het wapen van de kliniek. Het liefst wil ik meteen mijn bed weer induiken. Maar
na al die toestanden moet ik minstens even proeven. Ik heb net kracht genoeg om
de vis te fileren. Boven verwachting smaakt hij voortreffelijk.
’s Avonds is Sabaudia er weer als
ik naast mijn bed sta. Het popje komt tot mijn oksel en wrijft me even over
mijn wang.
‘U heeft echt de trekken van een
Nederlandse. Haar en ogen.’ Ik glimlach maar een beetje als antwoord. Mijn ogen
zijn bruin en mijn haar is geverfd dus ik volg het even niet, maar het is
schattig bedoeld zoals alles wat ze zegt.
Die nacht pleeg ik verraad aan
haar. Ze vroeg of ik haar wilde bellen als ik pipi wilde doen. Ik zegde toe.
Maar deed het niet. Ik was sterk genoeg om zelf naar de wc te gaan, moest nota
bene twee keer en ze lag misschien te slapen. Die schaarse uurtjes nachtrust
wilde ik haar niet ontzeggen. Bovendien heb ik de stelregel dat wat je zelf
kunt doen, je ook zelf moet doen. Een instelling die mij het predikaat van
slechte moeder opleverde toen ik geen ontbijt voor mijn kinderen maakte. Alsof
ze op die leeftijd niet zelf even wat melk in een kommetje konden gieten
tezamen met een paar lepels muesli.
Na
haar dienst komt Sabaudia afscheid nemen. Mag ik u een kus geven? Jeetje… ik
heb helemaal niets gedaan behalve me te laten verzorgen. Ze zoent me op beide
wangen. Wat een vrijgevig hart. Weet de leiding hier wel wat voor een juweel ze
in huis hebben?
‘En
nou wil ik u nooit meer zien,’ zegt ze als grapje. Ik bijt op mijn lip.
Italianen
zijn complimenteus. Ook hier regent het complimenten aan mijn adres. Sommige
zijn overdreven voor mij als nuchtere Nederlandse. Bijvoorbeeld het prijzen
omdat ik de derde dag mijn bed uitging en mezelf verzorgde in de badkamer. Maar
ik had er gewoon geen zin in dat Suor Teresa weer een washandje tussen mijn
billen wreef.
Als
je een keertje laag zit voor wat betreft je dosis eigendunk, neem dan een paar
dagen je intrek in een Italiaanse kliniek. Al loop je wel het risico dat je
eruit komt met een nieuwe aandoening: grootheidswaanzin.
http://www.hebban.nl/auteurs/kallenberg-van-hove
Heftig, Karin. Vond je de locatie niet ook maar een béétje spooky?
BeantwoordenVerwijderenIk voelde me wel veilig, maar het kwam wel surrealistisch over. Een gevoel dat nog nog versterkt werd door de naweeën van de narcose.
VerwijderenHet kan een roman zijn, maar het kan ook uit lopen in een thriller. Wat is er gebeurd en waarom alles geëpileerd? Ik ben zo benieuwd wat er volgt.....
BeantwoordenVerwijderenGeëpileerd is misschien niet het juiste woord Caroline, zo noemen de Italianen het. Ik werd geschoren ivm een baarmoederverwijdering. Alles prima gegaan :) Er komt denk ik geen vervolg :)
VerwijderenMooi geschreven Karin :-) ik hoop dat je goed opknapt! X
BeantwoordenVerwijderenGaat helemaal goed Miriam. Dank je wel :)
VerwijderenFijn dat ik nu een verslagje heb van je operatie, en....ik heb ook als vormselnaam Teresa.
BeantwoordenVerwijderenWat zijn er toch een lieve mensen op de wereld he?
Ook Teresa? Wat frappant, dat wist ik niet. Ja, ontzettend oprechte lieve mensen, die dat zelf helemaal niet bijzonder vinden.
Verwijderen