Nachtloper is ná Lotgenoten het 2e deel uit de nieuwe reeks rond het personage van Eddie Feber. Eerder schreef Karin al de zeer succesvolle en lange reeks rond Konrad Sejer. Ze wordt tot één van de beste misdaadschrijvers van Noorwegen gerekend.
Dit is het verhaal van de jonge zonderlinge Meidel Jonsson die samen met zijn opa in het
huis van zijn grootvader woont. Op een morgen treft hij zijn gootvader dood in
bed aan. Vanaf dan staat Meidel er alleen voor en wordt het leven nog
moeilijker voor hem dan het al was. Hij kan namelijk niet goed met alle situaties
in het leven omgaan en heeft daarvoor verschillende gebieden in zijn hoofd
gecreëerd. Één voor plezier, één voor goede ideeën, één voor pijn en één voor
verwoesting. Met de dood van zijn grootvader verliest Meidel elke stabiele
factor in zijn leven en wanneer hij in het huis een eigenaardige vondst doet
begint hij steeds verder door te slaan.
‘Heaven and hell are just one breath away.’ (Andy Warhol)
Ik moet bekennen dat ik een tijdje nodig had om een klik te
krijgen met het boek. En een klik krijgen is ook niet de juiste bewoording, het
hoofdpersonage is namelijk geen makkelijke en innemende persoonlijkheid, en
zijn manieren en denkwijze konden niet verder verschillen dan die van mijzelf.
Ook had ik niet direct een klik met rechercheur Eddie Feber.
In de voorloper ‘Lotgenoten’ kwam hij pas zeer laat in het boek ten tonele, en
met dit verhaal krijgt de lezer een stukje meer inzicht in zijn leven, karakter
en manier van werken. Maar ook dat kon dus bijna niet meer verschillen dan dat
van mij. Al naar gelang ik steeds verder kwam in het boek groeide echter wel de
sympathie. Sympathie voor Eddie Feber wel te verstaan, want de jonge Meidel is
niet bepaald een aimabel persoon maar wat ik heel boeiend vond was om te lezen
hoe het kon gebeuren dat Meidel is geworden tot wie hij is. En zie daar, het
kon bijna niet anders, een compleet ontwrichte thuissituatie.
‘Ik ben niet helemaal mezelf. Ik ben nooit helemaal mezelf geweest, zelfs nu niet, ik verman me.’
Karin Fossum heeft het ongelofelijke talent om juist de meest normale en
alledaagse personen volledig te laten ontsporen. Gevoelens van onmacht en
menselijk lijden worden dermate kundig op de lezer overgebracht dat je tijdens
het lezen diepe gevoelens en sympathie ontwikkeld voor zowel daders als
slachtoffers.
Met mooie en beeldende zinnen laat ze de omgeving en de door
haar geschetste situaties écht tot leven komen. Sterker nog, ze kruipen diep
onderhuids. Bijna altijd schrijft ze over sombere en trieste situaties, zoals
ook nu weer, en ook de dwarse Meidel die teruggetrokken leeft en slechts in
korte, vaak botte zinnen tot de mensen om hem heen spreekt, wordt fantastisch
neergezet.
Geen boek met een hoop actie, ook niet echt spannend, maar
wel een verhaal dat goed in elkaar zit en een flinke dot aan psychologische
diepgang in zich heeft. Ook het aantal personages dat meedoet is op de vingers
van twee handen te tellen, wat ik eigenlijk wel heel erg prettig vond. Het
verzand niet in bladzijden vol met nutteloze blabla, daardoor is het wel een
vrij dun boek maar het is een mooi en afgerond geheel. Niets te veel en niets
te weinig. Eenmaal dichtgeslagen laat het je niet één, twee, drie los. Een
gevoel van ongemak dat mij nog vrij lang bleef gezelschap houden. En zo werd
dit boek, dat mij in 1e instantie niet direct wist te pakken, toch
nog een boek dat mij bleef boeien en dat geruime tijd nog bleef rondspoken in
mijn hoofd. En wederom kan ik haast niet wachten om de volgende Eddie Feber te
lezen. Helaas dat zal nog wel even duren…
Karin K.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten