Het zachte ruisen van het bloed
‘Het bloed van de zwaan’ is het eerste deel in een reeks over waargebeurde feiten met seriemoordenaars in de hoofdrol.
In dit deel neemt historicus, verhalenverteller en schrijver Hugo Luyten de lezer mee naar het Duitse Düsseldorf anno 1929. Het is de periode waarin serial killer Peter Kürten angst, terreur en dood zaaide in de industriestad.
De titel van het boek verraadt niks. De combinatie van ‘bloed’ met de sierlijkheid die het woord ‘zwaan’ oproept, suggereert tegelijkertijd gruwel en schoonheid.
In het Düsseldorf van eind de jaren twintig valt aan schoonheid weinig te ontdekken. De tijdsgeest – onder andere de opkomst van Hitler - wasemt op de achtergrond. Tegelijkertijd vallen de parallellen met de tijd van nu niet te ontkennen: racisme tov minderheidsgroepen, vrouwen die nog steeds geen aangifte van aanranding/verkrachting durven te doen. De in het Ruhrgebied gelegen industriestad is het grauwe, onder de steelkooldampen puffende decor waarin een roofdier op gezette tijden op zoek is naar een slachtoffer, - kind, man of vrouw -, om zijn lusten op bot te vieren of om ‘aan zijn gerief te komen’, zoals in het boek wordt gezegd.
‘Het bloed van de zwaan’ telt vier delen. Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door de naam van het personage dat zijn perspectief geeft op de gebeurtenissen. De belangrijkste zijn Kürten en Meisters. Hoewel het onderzoek naar de aanrandingen/verkrachtingen en moorden slechts moeizaam vordert, draaien deze twee personages van bij het begin van het boek om elkaar heen. Ze delen de plaatsen delict als jager en prooi. Het vraagt dan ook maar het keren van een bladzijde om éénzelfde gebeurtenis door de ogen en gedachten van de twee zo verschillende mannen te beleven.
Het boek is heel suggestief geschreven en is een explosie van beeld en klank. Voeten ‘stampen’ de trappen op, kroonkurken ‘tzjitsjen’ van de bierflesjes. De stralen bloed die de ‘vampier’ gulzig tot zich neemt laten niks aan de verbeelding over. De misdaden, soms beschreven tot in het detail, zijn weerzinwekkend, afschuwelijk, luguber en mensonterend.
In het zwakke maanlicht zag hij een bloedstraal spuiten. Pompend. Nog een straal. Het ruiste zacht, zoals alleen bloed kan ruisen. Hij moest het proeven, het moest. Hij bukte zich en voelde hoe een zwakke puls direct in zijn mond gutste. (p. 64)
Naarmate het verhaal voortgaat, krijgt de lezer een steeds betere inkijk in de psyche van het ‘beest’. Zijn perspectief op het verhaal bereikt de lezer hoofdzakelijk via Kürtens gedachten. Zijn ‘gesprekken’ met Frau M leggen een verleden bloot van misbruik dat hem zelf ten deel viel. Hij wordt gereduceerd tot een roofdier dat enkel nog gebrand is op het bevredigen van zijn eigen lusten.
Het contrast met de twee rechercheurs Meisters en Piszko kon niet groter zijn. Hun inlevingsvermogen, ondanks dat het leven ook hen niet heeft gespaard en veel heeft ontnomen (zelfs hun toekomst!), maakt van hen meer dan commissaris en hoofdinspecteur bij de ‘Kriminalpolizei’. Hun complexe relatie wordt mooi uitgediept. Hoofdcommissaris Momberg daarentegen blijft de karikatuur van de diender die ten alle koste zijn eigen imago wil veiligstellen al moet hij daarvoor het onderzoek de compleet verkeerde richting uitsturen.
Ondanks het zwaarwichtige onderwerp, leest ‘Het bloed van de zwaan’ heel soepel. Daar speelt natuurlijk het vlotte, tekenende taalgebruik door de auteur een grote rol in. Hugo Luyten bezigt krachtige taal gekruid met een dosis cynische humor wat de rauwheid van het verhaal beter verteerbaar maakt. De taal is bovendien een mooie evenwichtige mix tussen ‘Hollands’ en ‘Vlaams’. Je zou kunnen beginnen twijfelen: is Hugo nu een Vlaming of een Nederlander?
‘Het bloed van de zwaan’ vertelt een waargebeurde gruwelijke geschiedenis die door Hugo Luyten in een goed uitgebalanceerde thriller werd verwerkt.
5 kraaien!!
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten